Modernistische bel-etagewoning van 1962 en één van de eerste gerealiseerde ontwerpen van architect Jean Van den Bogaerde.

Historiek

Aan de Achterleie 29 bevond zich tot 1962 een eenvoudige rijwoning van twee bouwlagen en drie traveeën onder een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat), met boven de centrale deurtravee een dakkapel. De gezinswoning die architect Jean Van den Bogaerde in 1962 ontwierp voor dit perceel was één van zijn eerste belangrijke opdrachten en opende voor hem, naar eigen zeggen, de weg naar verschillende andere opdrachten. Zo vroeg de vader van de opdrachtgever hem enkele jaren later om een appartementsgebouw in Sint-Amandsberg te ontwerpen.

Beschrijving

Sobere, modernistische rijwoning van drie bouwlagen onder een plat dak. De woning is opgevat als een bel-etage met op de begane grond twee garages en rechts de inkom met trappenhuis. Die trap leidt naar het achtergedeelte van de eerste verdieping, waar zich hoogstwaarschijnlijk de keuken bevindt. Aan de straatzijde neemt de woonkamer de volledige breedte van het perceel in met tegen de rechtergevel een open trap naar de tweede verdieping (nachtgedeelte). Dat Van den Bogaerde er heel laat in het ontwerpproces nog in slaagde om een extra slaapkamer te voorzien, lijkt er op te wijzen dat de indeling van dit nachtgedeelte eerder flexibel was opgevat.  

De voorgevel wordt omkaderd door een ver uitkragende, betonnen kroonlijst en een bakstenen liseen aan weerszijden. Bepalend voor het uitzicht is echter vooral de deels zichtbaar gelaten betonnen draagstructuur die op elke verdieping bestaat uit een brede betonnen balk ter hoogte van het plafond en een slanke kolom links van de inkomtravee, op de begane grond aangevuld met een gelijkaardige kolom tussen de twee garagepoorten. Deze structuur wordt op de verdiepingen ingevuld met vensters of een parement van geelbruine baksteen, terwijl de lisenen zijn uitgewerkt in een gelijkaardige maar donkerrode baksteen. De gevelcompositie is sober maar gevarieerd: op de begane grond twee garagepoorten en een beglaasde deur, op de eerste verdieping een breed, drieledig raam, links van de betonnen kolom, en op de tweede verdieping een vrij symmetrische compositie met centraal twee rechthoekige vensters. De bovenverdiepingen van de toegangstravee daarentegen zijn steeds in blind metselwerk uitgevoerd. Het oorspronkelijke schrijnwerk bleef bewaard, bij de ramen met smalle onderlichten.