Deze burgerhuizen met art-nouveau-inslag werden in 1908 ontworpen in opdracht van Ch. Massez-Van de Woestijne, die in de Bijlokevest 364 in Gent woonde. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Dit gedeelte van de Aannemersstraat wordt gedomineerd door middelhoge aaneengesloten rijwoningen met bepleisterde lijstgevels, veelal in neoclassicistische stijl. Hoewel de opvallende kleurstelling van de gevels afwijkt van de overige panden, past dit ensemble qua materialiteit, stijl en volumetrie in het straatbeeld.

Het ensemble bestaat uit twee identieke, volgens repeterend schema gekoppelde rijwoningen, die elk twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen tellen, onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels rusten op een hardstenen plint, en zijn afgewerkt met een houten geprofileerde kroonlijst op voluutconsoles. Het gevelvlak wordt horizontaal geleed door parallelle banden, de hardstenen puilijst en cordonvormende lekdrempels. Verder accentueren omlopende, geprofileerde sierlijsten op doorgetrokken imposten de muuropeningen. De begane grond heeft in de linker travee een rondboogdeur op twee hardstenen treden, en in de rechter travee een breed korfboogvenster. Van beide panden is de beglaasde houten voordeur met deurroosters onder een vast bovenlicht bewaard. In de plint is een gietijzeren voetschraper ingewerkt, en de bepleisterde strook tussen plint en vensterdorpel is versierd met imitatievoegwerk. De bovenbouw wordt geopend door vensters van gelijke breedte. Op de eerste verdieping hebben de getoogde vensters een geprofileerd casement op de borstwering. Op de lage tweede verdieping met vierkante vensters hebben de onderdorpels een decoratief patroon. Al het vensterschrijnwerk is vernieuwd.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen beide woningen een identieke conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. Aan de rechterzijde staat het salon langs de straatzijde in verbinding met de eetkamer. Achter de traphal zijn in een smallere lage achterbouw de keuken, bijkeuken en toilet ondergebracht. De eerste verdieping bestaat uit een gevelbrede voorkamer en een smallere achterkamer naast de traphal. Verder is de woning deels onderkelderd.