Dit burgerhuis in een neoclassicistische stijl met kenmerken uit de art nouveau werd in 1909 ontworpen door de Gentse architect Achille Maenhout. De opdrachtgever was Clement Drubbel, die enkele straten verder in de Toekomststraat 86 woonde. De bouwaanvraag omvatte niet enkel de bouw van woning nummer 70, maar vroeg ook de bouw aan van het naastliggende pand nummer 68. De architect gaf beide panden een verschillende typologie, vormgeving en kroonlijsthoogte.

Dit gedeelte van de Aannemersstraat wordt gekarakteriseerd door een gevarieerde vroeg-20ste-eeuwse rijbebouwing van middelhoge, voornamelijk bepleisterde woningen, verlevendigd door erkers of balkons. Nummer 70 sluit qua stijl, materiaalgebruik en volumetrie perfect aan bij de woning aan de rechterzijde, maar contrasteert op deze vlakken met de woning aan de linkerzijde.

De rijwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain, onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde lijstgevel staat op een hardstenen plint en is bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst boven modillons waartussen een fries van guirlandes is aangebracht. Het gevelvlak met recent schrijnwerk op de bovenverdiepingen is ingedeeld in twee ongelijke traveeën, waarbij de linkertravee licht risaliteert. Horizontale accenten worden gelegd door geprofileerde druiplijsten en parallelle banden. Verspreid over het gevelvlak en rond de gevelopeningen zijn verschillende zwierige ornamenten in de bepleistering uitgewerkt in een sobere art-nouveaustijl. In de rechtertravee geeft een houten voordeur met bovenlicht en met smeedijzeren roosters voor de beglazing toegang tot de woning, naast een gietijzeren voetschraper. Daarboven verlicht een oculus met houten raam de achterliggende traphal. In de venstertravee wordt de plint onderbroken door een vierkant souterrainvenster, ingevuld met een driedelig raam onder vast bovenlicht. Daarboven verlicht een hoefijzerboogvenster met afgeschuinde dagkanten de bel-etage, met een guillotineraam. Op de verdieping zijn twee getoogde gevelopeningen aanwezig die bovenaan verbonden worden met geprofileerde spitse booglijsten. Aan de rechterzijde betreft dit een venster en links daarvan geeft een vensterdeur uit op een balkon met fraaie ijzeren balustrade. De tweede verdieping wordt verlicht door twee identieke rechthoekige vensters.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal waarlangs men via korte steektrapjes zowel het souterrain als het bel-etageniveau kan bereiken. Op het souterrain staat een eetkamer langs de straatzijde in verbinding met de keuken achteraan. Achter de trap is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waar een bijkeuken, toilet en bergruimte zijn ingericht. Op de bel-etage geeft de inkomhal uit op een statige trappartij achteraan de woning. Aan de linkerzijde staat een salon langs de straatzijde in verbinding met de smallere eetkamer. Van de bovenverdiepingen is geen planmateriaal voorhanden, er kan van uitgegaan worden dat hier de slaapkamers ingericht zijn.