erfgoedobject

Eenheidsbebouwing

bouwkundig element
ID
307255
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307255

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Eenheidsbebouwing
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Dit ensemble van twee burgerhuizen in eclectische stijl met een neoclassicistische gevelindeling en -afwerking, voorzien van decoratieve elementen in stucwerk in art-nouveaustijl en bewaard opvallend schrijnwerk, werd in 1908 kadastraal geregistreerd op naam van Herman Van der Veken. Het bouwdossier dat aan deze woning toegeschreven wordt staat op naam van P. Van der Veken en toont enkele verschillen met de huidige situatie. De aannemer die in het bouwdossier vermeld wordt, is Camiel Focquet-Fassart. Vermoedelijk stond Focquet-Fassart ook zelf in voor het ontwerp van de woning. De decoratieve elementen van de gevel verschillen echter van het gevelontwerp zoals bijgevoegd in het bouwdossier.  

Focquet-Fassart bezat een aannemersbedrijf dat gevestigd was in Sint-Amandsberg, met een hoge tewerkstellingsgraad van wel 55 werknemers in 1903. Het bedrijf heeft verschillende panden in de wijk gebouwd, waaronder woningen in de Aannemersstraat (nummers 16, 58-60, 72 en 74), Bouwmeestersstraat (nummer 29) en Scheldestraat (nummers 14-28 en 107-113). Behalve het eclectische ensemble in de Scheldestraat 14-28 en 107-113 kregen alle gekende woningen die door Focquet-Fassart gebouwd werden een ontwerp in art-nouveaustijl of minstens met art-nouveau-inslag.

Dit gedeelte van de Bouwmeestersstraat wordt gekenmerkt door een contrast tussen een even straatzijde met midden-20ste-eeuwse baksteenarchitectuur en een oneven zijde met een vroeg-20ste-eeuwse aaneengesloten bebouwing van middelhoge rijwoningen, veelal met bepleisterde gevelvlakken en uitkragende gevelelementen. Nummers 13 en 15 passen zowel qua materialiteit als qua stijl en volumetrie goed in deze straatwand, en versterken de uniformiteit van de straatwand door hun identieke opbouw. Verder is het bewaarde zeer gedetailleerde schrijnwerk opvallend in het straatbeeld.

Het samenstel bestaat uit twee identieke rijwoningen die elk twee ongelijke traveeën tellen en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels staan op een hardstenen plint en worden bovenaan afgelijnd door een houten kroonlijst op klossen, waarbij de kroonlijsthoogte onderling verspringt. Horizontale accenten worden gelegd door parallelle banden, doorgetrokken geprofileerde booglijsten boven de gevelopeningen en hardstenen cordons. De gelijkvloerse gevelopeningen zijn gebogen, deze op de bovenverdiepingen rechthoekig. Nummer 13 heeft zijn originele houten schrijnwerk bewaard, met kleine roedeverdeling waarin gekleurd glas. Bij nummer 15 werd dit op de bovenverdiepingen naar oorspronkelijk model vernieuwd. In de rechtertravee leiden twee hardstenen treden naar een houten vleugeldeur met tandlijst en art-nouveaugetint houtsnijwerk, onder een rondboogvormig bovenlicht. De deur van nummer 15 werd vernieuwd. Links daarvan wordt de gelijkvloerse verdieping verlicht door een guillotineraam met getoogd bovenlicht. Beide gevelopeningen worden bekroond door een sluitsteen met diamantkopmotief. Het geveluitzicht wordt gedomineerd door een houten rechthoekige erker in de linkertravee van de eerste verdieping. Deze steunt op twee gedecoreerde consoles en is langs alle zijden opengewerkt met ramen die in de borstwering versierd zijn met geprofileerde vlakken. De versierde hoekstijlen worden bovenaan afgesloten door gebogen modillons die de houten kroonlijst dragen. Rechts daarvan is een T-raam bovenaan versierd met art-nouveaudecoratie en in de borstwering met een spiegel met geprofileerde vlakken. Daarboven komt eenzelfde raam voor, met een anders vormgegeven spiegel. Links daarvan geeft een deurvenster met cirkelmotieven op de penanten uit op een balkon dat afgeschermd wordt door een fraaie ijzeren balustrade die de bekroning van de erker vormt. Bij nummer 15 is de balustrade verdwenen.

Beide woningen hebben volgens de bouwplannen een identieke conventionele enkelhuisindeling meegekregen. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. Links daarvan staan twee kamers met elkaar in verbinding, vermoedelijk een salon en een eetplaats. Achter de traphal is naast een veranda een smallere aanbouw aanwezig waarin de keuken, schotelhuis, toilet en bergruimte ingericht zijn. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op twee voorkamers en een achterkamer. Vermoedelijk zijn hier de slaapkamers ingericht en volgt de bovenliggende verdieping dezelfde indeling. Verder is de woning deels onderkelderd.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1908/29.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1907-0033.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eenheidsbebouwing [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307255 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.