is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Ensemble van neoclassicistische burgerhuizen
Deze vaststelling is geldig sinds
Dit ensemble van twee burgerhuizen in neoclassicistische stijl werd in 1905 ontworpen op vraag van fabrieksbaas Maurice Hemelsoet, die toen in de Toekomststraat 29 in Sint-Amandsberg woonde. Op nummer 37 in de Toekomststraat bezat hij een fabriek in scheikundige meststoffen met in 1925 10 werknemers. Volgens een factuur uit 1931 zat hij ook in de import-export. Maurice Hemelsoet was volgens het kadaster eigenaar van de woning op nummer 37 in de Bouwmeestersstraat, terwijl de woning op nummer 33 in bezit was van Marguerite, Aline en Hélène Hemelsoet.
Het ontwerp toont een ensemble met centraal gelegen “overdekte koetspoort”. De koetspoort gaf uit op het terrein achter beide woningen en was volgens het kadaster eigendom van de woning op nummer 41 in de Toekomststraat. Toch werden de twee woningen niet gelijktijdig gebouwd: nummer 33 werd in 1907 in het kadaster geregistreerd, en nummer 37 volgde pas in 1909. In het bouwdossier werd ook nog een onuitgevoerd ontwerp in neoclassicistische stijl ondertekend door J. Haché bijgevoegd met nog een zeer klassieke gevelindeling van enkele maanden vroeger.
Het ontwerp voor dit ensemble past volledig in het straatbeeld van de Bouwmeestersstraat, dat bestaat uit middelhoge rijhuizen uit het begin van de 20ste eeuw. De gevelontwerpen situeren zich binnen het neoclassicisme of hebben nog een neoclassicistische gevelindeling, maar tegelijkertijd vertonen verschillende gevels ook al kenmerken uit de art nouveau.
Het samenstel van twee rijwoningen is vijf traveeën breed, waarbij telkens de uiterste twee traveeën identiek zijn en volgens de centrale poorttravee gespiegeld worden. Het ensemble telt drie bouwlagen boven een souterrain, onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevels staan op een hardstenen plint en worden bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden op het souterrain en de gelijkvloerse verdieping van de uiterste traveeën, hardstenen cordons, geprofileerde waterlijsten en een fries van casementen onder de kroonlijst. De muuropeningen zijn rechthoekig en op het souterrain getoogd, en bevatten vernieuwd vensterschrijnwerk.
De nadruk in het gevelontwerp wordt gelegd op de uiterste traveeën die als risaliet zijn opgevat. Onderaan wordt de plint doorbroken door een souterrainvenster. Op de bel-etage is telkens een tweelicht bovenaan gevat binnen een doorgetrokken geprofileerde omlijsting en geflankeerd door een fries met schijfmotieven. Alle vensters in de uiterste traveeën zijn bekroond met een gedecoreerde sluitsteen. De bovenverdiepingen van de traveeën zijn telkens gevat binnen kolossale lisenen die zowel onder- als bovenaan voorzien zijn van een diamantkop. De enkelvoudige bovenvensters zijn volledig gevat binnen een geprofileerde omlijsting en hebben telkens een spiegel in de borstwering, versierd met schijfmotieven en guttae op de eerste verdieping. De kroonlijst wordt hier gedragen door klossen (linkertravee) of gedecoreerde voluutconsoles met tandlijst (rechtertravee).
Onderaan de smalle deurtravee naast de spiegelas leidt telkens een hardstenen trede naast een gietijzeren voetschraper in de plint naar een houten deur, versierd met diamantkoppen, onder een bovenlicht en met een fraai deurrooster voor het deurlicht. De deuropening is bovenaan gevat binnen een geprofileerde omlijsting, waarboven een klein venster met geprofileerde omlijsting, een spiegel op de borstwering en fraaie sluitsteen de traphal verlicht. In de centrale travee bevindt zich onderaan een vernieuwde garagepoort onder een venster met geprofileerde omlijsting en spiegel op de borstwering. De bovenverdiepingen van de centrale traveeën zijn identiek vormgegeven per bouwlaag, waarbij telkens per travee een venster binnen een geprofileerde omlijsting uitgewerkt is.
De ontwerper gaf volgens de weinig gedetailleerde bouwplannen de woningen een identieke gespiegelde conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur naast de poorttravee betreedt men de inkomhal die met steektrappen zowel tot het souterrain als de bel-etage toegang geeft. De bel-etage wordt aan de linkerzijde ingevuld door twee kamers die met elkaar in verbinding staan. Achteraan de traphal is naast de buitenruimte een smallere aanbouw aanwezig met een opeenvolging van kleine ruimtes. Van het souterrain en de bovenverdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar. De poorttravee geeft uit op een doorrit die volledig los staat van de woningen en verbindt de straat met een achtergelegen buitenruimte.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bouwmeestersstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307263 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.