Voor dit burgerhuis werd op 16 augustus 1909 een bouwvergunning verleend. Architect Urbain Crommen ontwierp het in opdracht van Clara Baudts. Het ontwerp was identiek aan dat voor de naastgelegen woning nummer 57 maar werd anders uitgevoerd waarbij gekozen werd voor een baksteenparement. De Bouwmeestersstraat toont een aaneengesloten, vrij heterogene bebouwing van rijwoningen uit de vroege 20ste eeuw, die veelal nog een klassieke gevelindeling kennen, maar waarbij tegelijkertijd ook de vormentaal van de art nouveau al aangesproken wordt.
De rijwoning betreft een twee traveeën breed enkelhuis van drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De lijstgevel in wit geglazuurde baksteen werd opgetrokken op een deels bepleisterde plint met hardstenen aanzet en met keldervenster, en wordt bovenaan afgelijnd door een sobere houten kroonlijst. Het gevelvlak is opgebouwd uit een baksteenparement, verlevendigd door groene geglazuurde bakstenen voor parallelle banden en de ontlastingsbogen boven de muuropeningen. Hardstenen cordons leggen op elke verdieping een horizontaal accent. De gevelopeningen ter hoogte van de gelijkvloerse en eerste verdieping zijn rechthoekig, waarbij boven de I-ligger met rozetten een ontlastingsboog in het parement is uitgewerkt. De openingen op de tweede verdieping zijn getoogd. De nadruk wordt gelegd op de risaliterende brede venstertravee aan de linkerzijde. Onderaan wordt de benedenverdieping verlicht door een venster. Op de eerste verdieping is een uitkragend gevelvlak opengewerkt met een venster. De atypische vormgeving van dit element, het afwijkende baksteentype en het ontbreken van de karakteristieke I-ligger laten vermoeden dat dit een latere aanpassing is en hier oorspronkelijk een erker aanwezig was. Daarboven is een venster met pseudo-spiegel in groene geglazuurde bakstenen in de borstwering uitgewerkt op de tweede verdieping. Onderaan de rechtertravee leiden twee hardstenen treden naast een voetschraper naar een deur. Daarboven is per verdieping een venster uitgewerkt, waarvan deze op de eerste verdieping met pseudo-spiegel in de borstwering. Al het schrijnwerk werd vernieuwd.
De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. In de smalle deurtravee bevindt zich de gang die uitgeeft op het trappenhuis. De linkerzijde wordt ingenomen door een salon langs de straatzijde die in verbinding staat met een eetplaats. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin een keuken, schotelhuis en toilet zijn ingericht. Van de bovenverdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar. Verder is de woning deels onderkelderd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1909-0281.