Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl met Egyptiserende art-nouveau-inslag in de detaillering werd in 1911 ontworpen in opdracht van Arthur Pannecoucke-Balliu, die toen in de Mertensstraat 109 in Sint-Amandsberg woonde. Een identiek ontwerp werd gemaakt voor de woning in de Scheldestraat nummer 74. Ontwerper noch aannemer vallen uit de bouwdossiers af te leiden.
Dit gedeelte van de Bouwmeestersstraat wordt gekarakteriseerd door het contrast tussen de heterogene oneven straatzijde die voor een groot deel bestaat uit 20ste-eeuwse appartementsgebouwen in baksteenarchitectuur en de even straatzijde met een homogene rijbebouwing van bescheiden eengezinswoningen met bepleisterde neoclassicistische gevels. Nummer 80 sluit zowel qua stijl, materiaalgebruik als volumetrie aan bij deze straatwand, waarvan slechts een beperkt aantal panden werd ontpleisterd, opnieuw gecementeerd of bekleed met een gevelparement.
De rijwoning telt drie bouwlagen onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde lijstgevel staat op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een recente kroonlijst op modillons. Volgens de bouwplannen was op de originele kroonlijst een gebogen fronton voorzien, bekroond met een piron. Horizontale accenten worden gelegd door in het pleisterwerk uitgewerkte imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping, hardstenen cordons, parallelle banden en geprofileerde waterlijsten. Alle vensteropeningen zijn rechthoekig en bevatten recent schrijnwerk. De gelijkvloerse verdieping heeft een andere vormgeving meegekregen dan de symmetrisch uitgewerkte bovenverdiepingen. Aan de linkerzijde geven twee hardstenen treden uit op een rechthoekige deuropening, bovenaan versierd met een gehoekte omlijsting. Dezelfde omlijsting komt voor boven het gelijkvloerse venster rechts daarvan. De bovenverdiepingen zijn gevat binnen twee kolossale pseudo-pilasters, bovenaan met elkaar verbonden door een getoogde boog met verticale banden. Centraal is op de eerste verdieping een venster uitgewerkt onder geprofileerde kroonlijst en geflankeerd door twee geprofileerde vlakken. Daarboven verlicht een venster binnen een vlakke omlijsting de tweede verdieping.
De ontwerper gaf de woning volgens de bouwplannen een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. De rechterzijde van de woning wordt ingenomen door een salon aan de straatzijde die in verbinding staat met een eetplaats die uitgeeft op een veranda. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin de keuken, wasruimte, toilet en bergruimte ingericht zijn. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op een gevelbrede voorkamer en een smallere achterkamer. Vermoedelijk is de bovenliggende verdieping identiek ingedeeld. Verder is de woning deels onderkelderd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1911–0525.