Naar verluidt, herbouwd als jachtverblijf in 1921 ter vervanging van een kasteel, aldus genaamd ten gevolge de nabijheid van lemen huisjes aan de bosrand. Sinds 1945 als hoeve uitgebaat, te zien aan de oprichting van loods en stallen in omgeving. Bijhorende conciërgewoning. Blikvanger in omliggende landschap, omwille van ligging op glooiing. Neogotisch kasteeltje van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen) voorzien van dakkapellen met overkragende leien bedaking. Gele baksteenbouw op plint van Atrechtse zandsteen. Versierde muurankers. Dubbelhuisopstand: deurtravee gevat tussen haakse vleugels van twee traveeën, uitlopend op trapgevel met topstuk en gietijzeren bekroning. Inspringende middentravee met inkomportaal en bekronend balkon met cementen balustrade. Licht verhoogde begane grond. Aflijnend baksteenfries in vorm van tandlijst met pseudo-consoles. Geprofileerde schoorstenen met gemarkeerd verloop. Getoogde, getraliede kelderopeningen.

Trapgevels: rechthoekige vensters met cementen kruiskozijn (onder meer drielichten), verdiept in korfboogomlijsting onder strek en druiplijst; bakstenen maaswerk in boogveld; doorlopende cementen lekdrempels. Overige vensters analoog, doch eenvoudiger uitgewerkt ten gevolge het weglaten van korfboogomlijsting. Deurportaal met geprofileerde korfboog op halfronde pilasters met sokkel en kapiteel. Getoogde deuropeningen onder verdeeld bovenlicht: deels beglaasde vleugeldeur beveiligd door middel van gestileerde ijzeren hekjes. Rechthoekige, deels beglaasde deuren met driedelig bovenlicht en tussendorpel op imposten, ter hoogte van balkon en terras. Laatst genoemde, aangebouwd tegen achtergevel, onder afdak rustend op gietijzeren zuiltjes, en afgezet met gestileerde gietijzeren leuning.