Dit burgerhuis werd in 1932 ontworpen door architect Armand De Buck in opdracht van Camiel De Zutter. Deze woonde toen in de Eendrachtstraat 88 in Gent.

De Buck heeft meerdere modernistische gebouwen op zijn naam staan. Hij is gekend door zijn ontwerpen voor modernistische sociale appartementsgebouwen uit 1929–1932 in de Bellevuewijk in Gent (gesloopt), en aan het Centrumplein in Ledeberg uit 1957. Verder heeft De Buck ook enkele modernistische burgerhuizen op zijn naam staan, zoals de woning in de Victor Braeckmanlaan nummer 136. Het ontwerp voor de woning in de Victor Braeckmanlaan nummer 70 uit 1935 toont aan dat de architect op dat ogenblik naast een modernistische, vooruitstrevende vormentaal ook nog traditionele, historiserende bouwstijlen hanteerde, in voorliggend geval de beaux-artsstijl. Het ontwerp voor de woning De Zutter sluit aan bij zijn eerder traditionele architectuurpraktijk. De woning laat zich ondanks haar conventionele vormentaal goed inpassen in de noordwestelijke gevelwand van de straat, die getypeerd wordt door interbellumwoningen van twee tot drie bouwlagen in een vrij ingetogen of matig progressieve baksteenarchitectuur.

De rijwoning is twee traveeën breed en telt drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is opgebouwd uit een zandkleurig baksteenparement op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een uitkragende houten kroonlijst op consoles. Het metselwerk wordt verlevendigd door het gebruik van een lichtkleurige gele baksteen en natuursteen voor de doorgetrokken rollagen en sluitstenen en blauwe hardsteen voor de lekdrempels. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig met bovenaan een centrale segmentboog. De doorgetrokken rollagen zijn boven elke muuropening voorzien van een trapezoïdale sluitsteen in natuursteen. De nadruk in het gevelontwerp wordt gelegd op de risaliterende brede venstertravee aan de rechterzijde. Onderaan zijn twee gekoppelde vensters uitgewerkt met guillotineramen. De eerste verdieping wordt gedomineerd door een bow window op een geprofileerde vloerplaat ondersteund door een enkele console. De bow window is opengewerkt door drie gekoppelde vensters boven een doorgetrokken hardstenen lekdrempel en wordt bovenaan afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst. Ter hoogte van de derde verdieping bevinden zich twee smalle gekoppelde vensters op de tweede verdieping. Onderaan de deurtravee leidt een hardstenen trede naast een voetschraper in de plint naar een houten deur met bovenlicht, voorzien van een gestileerd deurrooster voor het deurlicht. Op de eerste en tweede verdieping bevindt zich een smal venster. Op de benedenverdieping bleef het originele houten schrijnwerk met roedeverdeling in de bovenlichten bewaard.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met in het verlengde het trappenhuis. De rechterzijde wordt ingenomen door een salon langs de straatzijde dat in verbinding staat met de eetplaats. Deze geeft aan de achterzijde uit op een veranda in een eenlaagse aanbouw. Achter de traphal is naast de koer een smallere tweelaagse aanbouw aanwezig waarin de keuken ondergebracht werd en een lage aanbouw voor het toilet en kolenberging ingericht zijn. Boven de keuken is een entresol toegankelijk via het trapbordes. De verdiepingen zijn identiek ingedeeld, waarbij de traphal uitgeeft op een voor- en een achterkamer die met elkaar in verbinding staan. Verder is de woning deels onderkelderd.