Modernistische, halfopen bebouwing, gerealiseerd in opdracht van Dirk Steyaert naar een ontwerp van het Gentse architectenbureau BARO. De woning is representatief voor de brutalistische baksteenarchitectuur van dit bureau.

De plannen werden opgemaakt en ondertekend door Eric Balliu en dateren van april 1976. Balliu koos ervoor om de gevelmaterialen, het dakvlak, de kroonlijst en het niveau van het souterrain te laten overeenstemmen met de aanpalende Woning Elewaut. Ook deze was een ontwerp van BARO, daterend uit 1973. Beide woningen vormen een ensemble door het gelijkaardige materiaalgebruik en de overeenkomsten in de vormgeving.

BARO's aandacht voor het gezinsleven en de wensen en noden van de bewoners, gaf vaak aanleiding tot een ruimtelijke complexiteit, die ook toeliet de bewoonbare oppervlakte te maximaliseren. In dit ontwerp maakte Balliu maximaal gebruik van de niveauverschillen, door middel van vides en doorzichten, die leiden tot een spel met de lichtinval en tot een contrast tussen afscherming en openheid. Ook het hoger situeren van het leefgedeelte stemt overeen met de wens tot privacy. BARO besteedde niet alleen aandacht aan de architectuur, ook de integratie van de buitenruimte en een weloverwogen groenaanleg waren bepalend.

In de buitenaanleg treedt ook hier een spel met niveauverschillen op en ontstaan verschillende sferen en gradaties op het vlak van beleving en privacy. Deze elementen vormen eveneens sculpturale accenten. Een gedeeltelijk ommuurd, bakstenen terras aan de oostzijde legt een relatie met de achtertuin. De oprit ten westen wordt geflankeerd door bakstenen muurtjes en trappenpartijen, leidend naar zowel de inkom als de achtertuin. De aanwezigheid van enkele, in de architectuur geïntegreerde betonnen plantenbakken, versterkt de relatie tot de buitenruimte, bijvoorbeeld boven de garage en in het muurtje tot de inkom. Rechts van de oprit bevindt zich een opvallende brievenbus, opgebouwd uit een T-vormig prefab verbindingsstuk.

Woning Steyaert is opgevat als een halfopen bebouwing onder een half schilddak (pannen), waarin een structuur met zeven verspringende niveaus en een open planindeling schuilgaat. Twee bakstenen schouwen markeren het oostelijk dakvlak, dat voorzien is van een insprong ter hoogte van het onderliggende terras. Het volume wordt aan de noordzijde op de bovenverdiepingen gemarkeerd door twee driehoekige uitbouwen. De sculpturaliteit van het volume wordt versterkt door de schuine lijn van de inkom, met in het verlengde de strakke uitbouw van de garage met bekronende betonnen bloembak. De straatgevel (west) wordt gemarkeerd door een gevelhoge, rechte uitbouw, terwijl de achtergevel (oost) terugspringt ter hoogte van het bakstenen terras. Volgens luchtfoto’s is het terras heden geïntegreerd bij de woning en omgevormd tot een beglaasde, gevelhoge uitbouw.

Het brutalistische karakter van de vormgeving en volumewerking wordt verdergezet in het materiaalgebruik. Het bruine bakstenen parement wordt gecombineerd met zichtbare betonelementen, zoals vensterlateien, bloembakken en kroonlijsten. De gevels zijn geopend met rechthoekige vensters van verschillende grootte, weloverwogen geplaatst in overeenstemming met de achterliggende functies en de gewenste privacy. De noordwestelijke, driehoekige uitbouw van de noordgevel is voorzien van een vensterpartij die onderaan in een punt uitloopt en over de hoek doorloopt. De noordoostelijke uitbouw is daarentegen bovenaan afgeschuind en afgedekt met een beglazing, die een zenitale lichtinval toelaat. De oostelijke achtergevel is voornamelijk ter hoogte van de insprong tot het terras opengewerkt met gevelhoge, verticale vensterpartijen. De vensters en de toegangsdeur ten noordwesten bewaren hun houten schrijnwerk. De garagepoort is vernieuwd.

Ook inwendig is de woning volgens de bouwplannen een representatief voorbeeld van het oeuvre van BARO uit die periode. Op een halfondergronds niveau ten noordoosten bevindt zich volgens de plannen de garage, die achterin doorloopt in een wasplaats en een berging, en een afzonderlijke stookplaats. Op het licht verhoogde straatniveau bevindt zich de inkomhal en het nachtgedeelte ten zuidwesten. Dit bestaat uit een nachthal, een badcel, een toilet en twee kinderkamers aan de straatzijde. Een trappenpartij leidt tot een splitlevel aan de oostzijde. Dit niveau bestaat uit een brede doorgang, die uitgeeft op een terras, en in een open verbinding staat met de zithoek met haard (noordoost). Het volgende niveau (west) omvat een eetplaats en een keuken, voorzien van een speelhoek en eethoek ten zuiden en een binnentuin aan de straatkant. Een groot deel van de ruimtes van het leefgedeelte is voorzien van vides tot onder het dak. Enkel centraal bevinden zich nog bovenverdiepingen, namelijk een splitlevel met bibliotheek, een splitlevel met dressing en badkamer, en tot slot een hoogste niveau onder het dak dat op de plannen is benoemd als ‘slaapnest’. De plannen getuigen van een efficiënt ruimtegebruik en van de aanwezigheid van functionele, vaste interieurelementen (‘sokkels’), waardoor ook het interieur een sculpturale kwaliteit bezit.