Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd opgetrokken volgens een in 1910 goedgekeurde bouwaanvraag. De opdrachtgever was Alphonse Van den Bussche, die een “magazijn van vensterglas” uitbaatte en toen in de Belgradostraat 63 in Gent woonde. Bouwheer Van den Bussche heeft verschillende woningen in de nabijgelegen Aannemersstraat laten bouwen, waaronder de nummers 8, 18, 28-30, 32, 42 en 173.
Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekarakteriseerd door een vrij homogene opeenvolging van aaneengesloten woningen van drie bouwlagen met bepleisterde, neoclassicistische gevelafwerking. Nummer 86 past goed in het straatbeeld en is opvallend gelijkend qua versiering en gevelindeling met het naastgelegen ensemble op nummers 82 en 84.
De rijwoning telt twee traveeën en drie bouwlagen onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde lijstgevel met gecementeerde plint wordt bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst met tandlijst op versierde consoles. De gevelopeningen zijn rechthoekig, het vensterschrijnwerk werd vernieuwd. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping die uitwaaieren boven de gevelopeningen, cordonlijsten, geprofileerde waterlijsten en enkele parallelle banden. Onderaan de linkertravee leidt een hardstenen trede naast een gietijzeren voetschraper in de plint naar een brede houten deur onder tandlijst en met deurroosters en bovenlicht met figuurglas. Rechts daarvan verlicht een venster de gelijkvloerse verdieping. Beide gevelopeningen worden bovenaan bekroond door een diamantkop. De vensters op de bovenverdiepingen hebben een identieke geprofileerde omlijsting met oren en centrale decoratieve sluitsteen. De vensters op de eerste verdieping zijn in de borstwering versierd met een fries van casementen en cirkelmotieven, deze op de tweede verdieping hebben spiegels met cirkels in de borstwering. Al het vensterschrijnwerk werd vernieuwd.
De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. De rechterzijde wordt ingenomen door een salon langs de straatzijde die in verbinding staat met een keuken. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin een opeenvolging van verschillende ruimtes ingericht zijn. De bovenverdiepingen hebben een identieke indeling, waarbij de traphal uitgeeft op een gevelbrede slaapkamer langs de straatzijde en een smallere slaapkamer achteraan. Verder is de woning deels onderkelderd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1910-0392.