Dit ensemble van twee burgerhuizen in neoclassicistische stijl werd opgetrokken volgens een in 1910 goedgekeurde bouwaanvraag. De opdrachtgever was Jan Gallemaert, die toen in de Vlaanderenstraat nummer 56 in Gent woonde en op nummer 62 een tabak- en sigarendepot had, met de naam “Maison L’Union”.

Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekarakteriseerd door een vrij homogene opeenvolging van aaneengesloten woningen, doorgaans van drie bouwlagen met bepleisterde neoclassicistische gevelafwerking. Nummers 82 en 84 sluiten goed aan bij dit straatbeeld en vertonen ook een grote gelijkenis met de woning op nummer 86.

Het ensemble bestaat uit twee identieke rijwoningen van twee traveeën en drie bouwlagen onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel met lage hardstenen plint wordt bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst met tandfries op gedecoreerde consoles. De gevelopeningen zijn rechthoekig. De gelijkvloerse verdieping is voorzien van imitatievoegen. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden bij de onderste helft van de eerste verdieping, cordonlijsten en geprofileerde waterlijsten. Links op de benedenverdieping leidt een hardstenen trede naast een gietijzeren voetschraper in de plint naar een houten deur met deurroosters en bovenlicht. De voordeur van nummer 82 werd vernieuwd. Rechts wordt de gelijkvloerse verdieping verlicht door een venster. De vensters op de verdiepingen hebben bovenaan een identieke, doorlopende, geprofileerde omlijsting en zijn voorzien van een sluitsteen met hartvormig ornament. De borstweringen van de vensters op de eerste verdieping zijn versierd met een casement tussen twee pseudo-postamenten, bij de vensters op de tweede verdieping is de borstwering versierd met spiegels. Al het vensterschrijnwerk werd vernieuwd.

Volgens de bouwplannen hadden beide woningen een identieke conventionele enkelhuisindeling. De voordeur leidt naar de inkomhal met de trap, aan de rechterzijde geflankeerd door een salon aan de straatzijde, in verbinding met de keuken. Achter de traphal is naast de veranda een smallere, lage aanbouw aanwezig waarin de achterkeuken, het schotelhuis, het toilet en de bergplaats ingericht zijn. De bovenverdiepingen zijn identiek ingedeeld, met een gevelbrede slaapkamer langs de straatzijde en een smallere slaapkamer achteraan. Verder zijn de woningen deels onderkelderd.