Dit ensemble van twee burgerhuizen in neoclassicistische stijl werd in 1910 ontworpen in opdracht van Robert Scott, die toen in de Priesterstraat 72 in Gent woonde.

Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekenmerkt door een homogene aaneengesloten bebouwing van vroeg-20ste-eeuwse bepleisterde gevels, veelal in neoclassicistische stijl. Nummers 78 en 80 passen daarom zowel qua stijl, materiaalgebruik als volumetrie goed in het straatbeeld.

Het ensemble bestaat uit twee identieke gespiegelde rijwoningen van drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevels staan op een hardstenen plint en worden bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst. Horizontale accenten worden gelegd door parallelle inkepingen in de plint en in het pleisterwerk uitgewerkte parallelle banden en friezen van trigliefen. Elke gevel is ingedeeld in twee ongelijke traveeën, met de smalle deurtravee naast de symmetrieas. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig en hebben een geprofileerde omlijsting. De houten deur met deurroosters en bovenlicht is bereikbaar via twee hardstenen treden naast een voetschraper in de plint. Daarboven is in elke verdieping een identiek smal venster uitgewerkt. In de brede venstertravee wordt de gelijkvloerse verdieping verlicht door een venster met schouderbogen. Daarboven is een houten driezijdige erker uitgewerkt op twee smeedijzeren consoles. Alle zijden zijn opengewerkt met gekoppelde ramen die zowel in de borstwering, als de stijlen en bovenpanelen versierd zijn. Bovenaan worden de erkers afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst waarop een smeedijzeren balustrade tussen stijlen bevestigd is. Op het balkon geeft een dubbele vensterdeur uit. Al het schrijnwerk is recent maar vormgegeven naar historisch model.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen beide woningen een identieke gespiegelde conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap langs de symmetrieas. Daarnaast staat een salon langs de straatzijde in verbinding met een salon die uitgeeft op een veranda. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin een eetplaats, keuken, keldertrap, toilet, wasruimte en kolenopslagplaats ingericht zijn. Van de bovenliggende verdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar. Er kan van uitgegaan worden dat hier de slaapkamers ingericht zijn. Verder is de aanbouw onderkelderd.