Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl met Egyptiserende art-nouveau-inslag in de detaillering werd in 1909 ontworpen in opdracht van Jan Staelens, die onderofficier van beroep was en toen in de Klinkstraat 23 woonde. Een identiek ontwerp werd gemaakt voor de woning in de Bouwmeestersstraat nummer 80. Ontwerper noch aannemer vallen uit de bouwdossiers af te leiden.
Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekenmerkt door een homogene aaneengesloten bebouwing van vroeg 20ste-eeuwse bepleisterde lijstgevels, veelal in neoclassicistische stijl. Nummer 74 past daarom zowel qua stijl, materiaalgebruik als volumetrie goed in het straatbeeld.
De rijwoning telt drie bouwlagen onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde lijstgevel staat op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een recente kroonlijst met pseudo-fronton en op modillons. Horizontale accenten worden gelegd door in het pleisterwerk uitgewerkte imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping, hardstenen cordons, parallelle banden en geprofileerde waterlijsten. Alle vensteropeningen zijn rechthoekig en bevatten recent schrijnwerk, vormgegeven naar historisch model. De oorspronkelijke houten voordeur met deurroosters en bovenlicht is wel bewaard. De gelijkvloerse verdieping heeft een andere vormgeving meegekregen dan de symmetrisch uitgewerkte bovenverdiepingen. Aan de linkerzijde geven twee hardstenen treden uit op een rechthoekige deuropening, bovenaan versierd met een gehoekte omlijsting. Dezelfde omlijsting komt voor boven het gelijkvloerse venster rechts daarvan. De bovenverdiepingen zijn gevat binnen twee kolossale pseudo-pilasters, bovenaan met elkaar verbonden door een getoogde boog met verticale banden. Centraal is op de eerste verdieping een venster uitgewerkt onder geprofileerde kroonlijst en geflankeerd door twee geprofileerde vlakken. Daarboven verlicht een venster binnen een vlakke omlijsting de tweede verdieping.
De ontwerper gaf de woning volgens de bouwplannen een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. De rechterzijde van de woning wordt ingenomen door een salon aan de straatzijde die in verbinding staat met een eetplaats die uitgeeft op een veranda. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin een keuken, schotelhuis, toilet en bergruimte ingericht zijn. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op een gevelbrede voorkamer en een smallere achterkamer. Vermoedelijk is de bovenliggende verdieping identiek ingedeeld. Verder is de woning deels onderkelderd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1909-0263.