Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd in 1909 ontworpen in opdracht van Jules Van den Noortgaete, die “wasscher” van beroep was en in de Ondernemersstraat (heden Aannemersstraat) woonde. De aanvraag werd ingediend door aannemer Achille Mertens in naam van zijn vader Th. Mertens (Sint-Amandsberg), die de bouwplannen handtekende. Achter de woning werd gelijktijdig een “waschhuis” opgericht.  

Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekenmerkt door een zeer heterogene bebouwing van rijwoningen van overwegend drie bouwlagen. Nummer 38 sluit qua stijl, materiaalgebruik en volumetrie goed aan bij de woning aan de linkerzijde (nummer 40), maar contrasteert met het aanpalende pand rechts met lagere poorttravee en vernieuwd parement (nummer 36).

De rijwoning telt twee traveeën en drie bouwlagen onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met rechthoekige gevelopeningen op een lage hardstenen plint, wordt bovenaan afgelijnd door een overstekende houten geprofileerde kroonlijst op tandlijst en klossen. Typerend voor de neoclassicistische vormentaal is de voorgevel die horizontaal geaccentueerd en verrijkt wordt met imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping, spiegels in de borstwering, imitatievoegen op de bovenverdiepingen, geprofileerde waterlijsten, hardstenen cordons en gestileerde lekdrempelversieringen. De nadruk in het gevelontwerp wordt gelegd op de licht uitspringende poorttravee aan de linkerzijde met een naar boven toe versmallende poortopening aan een hardstenen trede met ernaast een gietijzeren voetschraper in de plint. De opmerkelijke vorm van de opening en afgeronde dagkant is vermoedelijk het resultaat van een verbouwing aangezien op de bouwplannen een rechthoekige poort opgetekend staat. De huidige poort is recent en vormgegeven naar oorspronkelijk model. In de bredere rechter travee verlicht een rechthoekig venster de gelijkvloerse verdieping. De rechthoekige vensters op de bovenverdiepingen zijn gevat in een gestucte geprofileerde lijst met afwisselend een geprofileerde kroonlijst of siersluitsteen. Al het vensterschrijnwerk is eveneens vernieuwd.

Volgens de bouwplannen heeft de woning een enkelhuisindeling en is ze deels onderkelderd. De linkerzijde wordt volledig ingenomen door een doorrit die de straatpoort verbindt met de achterliggende koer. Halverwege deze doorrit is de toegang tot de privévertrekken. Een dwarsende bordestrap scheidt het salon aan de straatzijde van de keuken. Daarachter was een smallere lage aanbouw aanwezig bestemd als washuis met wasruimte, toilet en bergruimte. Volgens de plattegronden waren de slaapkamers per niveau per twee achter elkaar geschikt.