Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd in 1874 ontworpen door architect Jules De Somme. Opdrachtgever was Johannes Katz, die toen op de Sint-Jansvest woonde en die ook bouwaanvragen indiende voor de panden op nummer 16 en 22. Jules De Somme, ten tijde van de bouwaanvraag gevestigd in Sint-Niklaas, ontwierp in de jaren 1880 en 1890 verschillende neoclassicistische burgerhuizen in Antwerpen.
Dit gedeelte van de pare zijde van de François Benardstraat wordt gekarakteriseerd door een heterogene, aaneengesloten bebouwing, een mix van grootschalige nieuwbouwappartementen en 19de-eeuwse panden, overwegend in neoclassicistische stijl. Nummer 18 past qua materiaalgebruik en stijl goed in het straatbeeld.
De statige rijwoning heeft drie even brede traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain en onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat, met een houten geprofileerde kroonlijst op tandlijst. Op de bouwplannen was een veel rijker versierd hoofdgestel op consoles voorzien. Bij de bepleisterde en geschilderde lijstgevel op lage hardstenen plint ligt nadruk op de centrale travee met zijn twee rijkelijk uitgewerkte balkons. Het gevelvlak wordt horizontaal geritmeerd door doorgetrokken, geprofileerde lekdrempels op de verdiepingen, cordonlijsten, imitatiebanden ter hoogte van de gelijkvloerse en eerste verdieping en een geprofileerde waterlijst bovenaan de gevel. Alle gevelopeningen op de keldervensters na zijn getoogd en hebben hun originele houten schrijnwerk bewaard. Op de bouwplannen waren evenwel rechthoekige gevelopeningen voorzien.
Op de benedenverdieping zijn in de plint twee rechthoekige keldervensters uitgewerkt met smeedijzeren diefijzers. Daarboven verlichten vensters binnen een rechthoekige, geprofileerde omlijsting de bel-etage. Rechts daarvan is binnen een vergelijkbare omlijsting een houten voordeur met decoratief, smeedijzeren rooster voor het deurlicht en met een vast bovenlicht uitgewerkt, bereikbaar via twee hardstenen treden met daarnaast de opening voor een voetschraper. De vensters op de eerste verdieping zijn op dezelfde manier uitgewerkt en eveneens voorzien van T-ramen. Centraal is een deurvenster voorzien. De geprofileerde balkonplaat in de tweede travee steunt op twee voluutconsoles waartussen een guirlande gespannen is. De consoles zijn rijkelijk versierd met onder meer leeuwenkoppen. De balustrade bestaat uit vaasbalusters tussen postamenten onder een geprofileerde deksteen. Op de bouwplannen is te zien dat hier een smeedijzeren balustrade voorzien was. De tweede verdieping is vergelijkbaar van vormgeving maar soberder opgevat. De geprofileerde omlijsting van de vensters volgt hier de getoogde vorm van de openingen. De voluutconsoles van het balkon zijn voorzien van acanthusbladeren en de balustrade bestaat uit een geajoureerde lijst met gestileerde palmetten. De balkondeur wordt op deze verdieping bekroond door een uitkragend entablement dat versierd is met onder meer een tandlijst.
Van het interieur zijn geen bouwplannen beschikbaar.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen van particuliere woningen, G12, 1874/12525.