Dit omvangrijke burgerhuis in neoclassicistische stijl met toegangspoort naar het achterliggende magazijn werd in 1874 in het kadaster geregistreerd in opdracht van Francies Jan Buyl, die “koopman – kommissionnaris” van beroep was. Het jaar voordien had hij volgens het kadaster het magazijn achteraan op het perceel laten bouwen. De woning is nog een getuige van de 19de-eeuwse neoclassicistische bebouwing, die hier vanaf de tweede helft van de 19de eeuw tot stand kwam.

De rijwoning telt drie traveeën en twee en halve bouwlagen boven een souterrain en onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een geschilderde hardstenen plint waarin twee souterrainvensters uitgewerkt zijn, en wordt bovenaan afgelijnd door een recente kroonlijst. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping die uitwaaieren boven de gevelopeningen, imitatievoegen en een hardstenen cordon op de eerste verdieping en een geprofileerde waterlijst op de tweede verdieping. Het gevelvlak met rechthoekige gevelopeningen is ingedeeld in een brede poorttravee aan de linkerzijde en twee venstertraveeën rechts daarvan. De brede poortopening bevat een smeedijzeren vleugeldeur met vast bovenlicht en gedecoreerde roosters voor de beglazing. Rechts daarvan verlichten twee vensters met luikduimen de gelijkvloerse verdieping. Alle gelijkvloerse gevelopeningen zijn centraal bekroond met een diamantkop. De vensters van de bovenste bouwlagen zijn telkens per verdieping identiek uitgevoerd. Hierbij hebben alle vensters een geprofileerde omlijsting, waarbij de vensters op de eerste verdieping bekroond zijn met een gedecoreerd ornament. Al het vensterschrijnwerk werd vernieuwd.