Dit burgerhuis met art-decogetinte kenmerken werd in 1929 ontworpen door de architect Frans De Geyter. De opdrachtgever was Edmond Hoste, die toen in de Van Eyckstraat 54 in Gent woonde.

Dit gedeelte van de Hofstraat wordt gekarakteriseerd door een heterogene aaneengesloten bebouwing waarin baksteenarchitectuur uit het interbellum dominant is. Nummer 64 sluit qua materiaalgebruik, volumetrie en stijl aan bij het straatbeeld.

De rijwoning is twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De lijstgevel heeft een roodbakstenen parement in combinatie met geelbakstenen geometrische sierelementen op de borstwering. De gevel wordt afgelijnd door een houten kroonlijst op klossen. De lage hardstenen plint is voorzien van een gietijzeren voetenschraper en gietijzeren verluchtingsroosters. De begane grond wordt afgelijnd door een band van simili. De bovenbouw wordt verticaal geleed door rechthoekige nissen voorzien van licht getoogde vensteropeningen met op de borstwering geelbakstenen sierelementen.  

Al het originele houten schrijnwerk is bewaard gebleven op de begane grond, waarbij de linkertravee voorzien is van een guillotineraam met roedeverdeling in het bovenlicht. Daarnaast bevindt zich een rechthoekige houten dubbele deur onder vast bovenlicht en met  smeedijzeren roosters voorzien van gestileerde art-decobloemmotieven. Het rechter bovenvenster bewaart een T-raam en het brede linkervenster een drielicht met vast bovenlicht. Op de bovenste verdieping zijn drie identieke rechthoekige vensters aanwezig, waarvan twee in de linkertravee gekoppeld zijn. Hier bevindt zich telkens een enkelvoudig raam onder vast bovenlicht.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur bereikt men de inkomhal met achteraan de trap. Links hiervan staat een salon langs de straatkant in verbinding met de eetplaats die via een dubbele deur uitgeeft op de achterliggende koer. Achter de traphal is een smallere aanbouw bereikbaar waar de keuken, bergruimte en toilet ingericht zijn. De bovenverdiepingen zijn identiek ingericht, waarbij men via de traphal telkens een gevelbrede voorkamer en een smallere achterkamer kan bereiken. Verder is de woning deels onderkelderd.