Burgerhuis met art-decogetinte kenmerken volgens bouwvergunning gebouwd in 1929 naar ontwerp van architect Jean De Schrijver. Gebouwd in opdracht van J. Daele, die toen in de Jordaensstraat 27 woonde.

Het ontwerp van Jean De Schrijver past met de bakstenen gevel met elementen uit de art deco volledig bij de heterogene aaneengesloten bebouwing van dit straatgedeelte, waarin baksteenarchitectuur uit het interbellum dominant is. Van Jean De Schrijver kennen we ook de identiek vormgegeven woning verderop in de straat op nummer 58.

Rijwoning met enkelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. Roodbakstenen lijstgevel met een lage hardstenen plint en een bepleisterde begane grond, die volgens de bouwvergunning oorspronkelijk voorzien was van schijnvoegen. De gevel wordt afgelijnd met een kroonlijst op klossen. De begane grond is opengewerkt met korfboogvensters met afgeschuinde dagkanten en vlakke sluitsteen. De deur is rechthoekig uitgewerkt en is voorzien van afgeronde bovenhoeken en afgeschuinde dagkanten. De bovenbouw wordt afgelijnd met doorgetrokken lisenen van bruine baksteen. De eerste verdieping wordt gedomineerd door een halfrond uitgewerkte erker voorzien van een houten kroonlijst op klossen. De erker is centraal opengewerkt met een rechthoekig venster dat wordt geflankeerd door twee rondboogvormige vensters. De bovenste verdieping is voorzien van een centraal venster met links en rechts een smaller venster, telkens voorzien van een beschilderde betonnen latei. Het behouden deurschrijnwerk bestaat uit een houten deur met deurrooster en bovenlicht met kleine roedeverdeling. Behouden vensterschrijnwerk op de begane grond en eerste verdieping getypeerd door guillotineramen met kleine roedeverdeling in de bovenlichten, op de tweede verdieping vleugelramen met vast bovenlicht voorzien van kleine roedeverdeling.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. De linkerzijde wordt ingenomen door een salon langs de straatzijde die in verbinding staat met een eetkamer. Achter de traphal is naast de koer een smallere aanbouw aanwezig waarin de keuken, schotelhuis, bergruimte en toilet ingericht zijn. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op een gevelbrede slaapkamer langs de straatzijde en een smallere slaapkamer achteraan. Van de bovenliggende verdieping zijn geen bouwplannen beschikbaar, vermoedelijk volgt deze dezelfde indeling als de eerste verdieping. Verder is de woning deels onderkelderd.