Dit burgerhuis met art-decogetinte kenmerken werd in 1930 gebouwd in opdracht van bouwmeester Gustaaf Jan Hebbe, die ook zelf instond voor het ontwerp van het pand. In 1930 woonde hij nog in de Keizer Karelstraat 40. Uit de archiefgegevens van het kadaster weten we dat Hebbe in zijn eigen ontwerp in de Hofstraat woonde tot aan zijn overlijden in 1940 en dat zijn weduwe er bleef wonen tot zij stierf in 1968. De sobere woning van bouwmeester Hebbe past met de bakstenen gevel met elementen uit de art deco volledig bij de heterogene aaneengesloten bebouwing van dit straatgedeelte, waarin baksteenarchitectuur uit het interbellum dominant is.

De rijwoning telt drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De lijstgevel op hardstenen plint wordt bovenaan afgelijnd door een recente kroonlijst en is opgebouwd uit rood en geel baksteenparement. De nadruk ligt op de bovengevel, waar op beide verdiepingen een drielicht verdiept in een geel bakstenen gevelvlak ligt, geflankeerd door rode bakstenen lisenen. Op de eerste verdieping is het drielicht verwerkt in een convexe erker met getrapte aanzet, op de bovenverdieping zit een getoogd drielicht met doorlopende hardstenen dorpel. De gelijkvloerse verdieping is ingedeeld in een brede venstertravee links met korfboogvenster, en rechts een smalle deurtravee met rondboogdeur. In de recente deur werd het originele smeedijzeren rooster verwerkt. Al het vensterschrijnwerk is recent.

De ontwerper gaf de woning volgens de bouwplannen een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur bereikt men een smalle inkomhal met trap. Van hieruit kan men in de brede linkertravee de salon langs de straatkant bereiken die in verbinding staat met de eetkamer. Achter de traphal bevindt zich een smallere aanbouw naast de koer waarin de keuken en toilet ingericht zijn. Boven de keuken is de vermoedelijke badkamer bereikbaar via het trapbordes. Op de verdieping kan een voor- en achterkamer bereikt worden via de traphal. Verder is de woning deels onderkelderd.