Dit burgerhuis in art-decostijl werd in 1930 ontworpen door stadsbouwmeester Charles Bar. De opdrachtgever was Juliaan Gyselinck-Bar, die toen in de Sanderusstraat 18 in Gent woonde. De woning kreeg volgens de bouwplannen een bijzonder interieurontwerp waarvan het onzeker is dat dit nog aanwezig is, waarbij schuine binnenwanden voor een indeling met vijf- en zeszijdige kamers zorgden. Een gelijkaardige indeling kan ook in de Hofstraat nummer 62 teruggevonden worden.

De keuze van Charles Bar voor de art-decostijl past bij de heterogene aaneengesloten bebouwing van de straat, waarin baksteenarchitectuur uit het interbellum dominant is. Charles Bar was stadsbouwmeester van Gent. Van zijn hand kennen we in opdracht van de stad Gent de moderne schoolgebouwen in de tuinwijk aan de Sint-Bernadettestraat, de heropbouw van de school Victor Carpentier, en de uitbreiding van de beroepsschool Carels. Maar ook kennen we een ontwerp in neotraditionele stijl van hem uit het interbellum in de Jan Breydelstraat 8 in Gent

De rijwoning is twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een asymmetrisch pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De lijstgevel op lage hardstenen plint is opgebouwd uit een bruin baksteenparement en is bovenaan voorzien van een houten kroonlijst.

Op de gelijkvloerse verdieping leiden twee hardstenen treden naar een houten deur met typerend deurrooster en links ervan een voetenschraper en een smal zijlicht uitgewerkt met enkelvoudig houten raam boven een hardstenen dorpel. Aan de rechterzijde verlichten twee identieke houten guillotineramen met roedeverdeling in de bovenlichten de gelijkvloerse verdieping. In de borstwering is boven de plint een gevelbrede strook met verticaal geplaatste blauw gesmoorde bakstenen aangebracht.

De bovenbouw is sterk verticaal belijnd door de driezijdige erkeruitbouw van twee bouwlagen hoog geplaatst in een rechthoekige nis. Dit element wordt onderaan afgelijnd door een met simili pierre afgewerkte band. Per verdieping zijn alle zijden telkens opengewerkt met identieke smalle vensters met vernieuwd schrijnwerk.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal die ter hoogte van de trapaanzet verbreedt. Door deze verbreding zijn de naastliggende salon langs de straatzijde en achterliggende eetkamer pentagonaal vormgegeven. Deze specifieke ingreep komt ook terug bij de interieurindeling van Hofstraat nummer 62. Achter de traphal is naast de veranda een smallere aanbouw aanwezig waarin zich de keuken, schotelhuis en toilet bevinden. De bovenverdiepingen zijn identiek ingedeeld, waarbij de traphal uitgeeft op een gevelbrede slaapkamers langs de straatzijde en een smallere slaapkamer achteraan. Verder is de woning volledig onderkelderd.