erfgoedobject

Neoclassicistisch herenhuis, bouwmeesterswoning Bernard Lion

bouwkundig element
ID
307371
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307371

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit herenhuis in neoclassicistische stijl werd volgens de bouwaanvraag uit 1859 als eigen woning gebouwd door de aannemer en bouwmeester Bernard Lion, vermoedelijk ook naar eigen ontwerp. Het pand werd kadastraal geregistreerd in 1861, en vervolgens uitgebreid met een haaks aanleunende paardenstal zijde Hofstraat, kadastraal geregistreerd in 1867. Het hotel werd in opdracht van de arts Charles Gevaert-Verhelst heringericht tot dokterspraktijk en achteraan uitgebreid, naar een ontwerp door de architect Adrien Ledoux uit 1895. Deze werken, kadastraal geregistreerd in 1897, gebeurden gelijktijdig met de bouw van het eclectische burgerhuis op het aanpalende perceel Muinkkaai 5, eveneens in opdracht van Gevaert-Verhelst en naar ontwerp van Ledoux. Het vroegere salon en de eetkamer van het bestaande hotel kregen een nieuwe functie als wachtzaal en dokterskabinet, verbonden met een operatiezaal ingericht een deel van de aanpalende paardenstal. Verder werd de portiek naar de binnenplaats afgesloten door een nieuwe eetkamer en wintertuin palend aan de tuin, en kreeg de tegenoverliggende paardenstal een nieuwe toegang zijde Hofstraat. Het bestaande en nieuw gebouwde hotel waren volgens de bouwplannen volledig van elkaar gescheiden tot op het niveau van de tuinen, zonder enige verbinding of doorgang. Een latere eigenaar van Muinkkaai 4, dokter A. Champon liet in 1932 de uitbreiding uit 1895-1897 slopen voor de bouw van het burgerhuis Hofstraat 2 door architect Ormond Bibauw.

Charles Gevaert-Verhelst (Gent, 1861-Gent, 1902), was in 1892 gehuwd met Elise Charlotte “Alice” Verhelst (1861-1955). Hij studeerde voor arts in Gent, en specialiseerde zich in neus-, keel- en oorziekten in Wenen. Vervolgens was hij als assistent interne geneeskunde verbonden aan de Gentse universiteit, en werd in 1886 benoemd aan het burgerlijk hospitaal de Bijloke, waar hij dienst neus-, keel- en oorziekten uitbouwde. Hij werd bekend door zijn innovatieve, chirurgische behandeling van kroep met de luchtpijpsnede, maar overleed zelf op 41-jarige leeftijd aan een dodelijke kwaal. Zijn weduwe vestigde zich in 1905 met hun enige dochter Yvonne in Brussel. 

Het uitzicht van de Muinkkaai wordt gekarakteriseerd door een aaneengesloten bebouwing van statige laat 19de-eeuwse en vroeg 20ste-eeuwse woningen, veelal met bepleisterde neoclassicistische gevels. De stijl, materiaalgebruik en volume van de woning sluit aan bij het straatbeeld maar contrasteert met de belendende woning in baksteenarchitectuur.

De herenwoning telt drie bouwlagen onder een zadeldak met pannen en de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst op sierklossen en gedecoreerde consoles. Het gebouw telt vier traveeën waarvan links drie identieke en rechts een bredere, licht risaliterende poorttravee. De horizontaliteit van de gevel wordt benadrukt door imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping die uitwaaieren boven de gevelopeningen, hardstenen cordons en geprofileerde waterlijsten en een fries van casementen tussen de consoles. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig en bevatten het originele houten schrijnwerk. In de plint zijn er drie keldervensters met dievenijzers uitgewerkt. Daarboven bevindt zich telkens een venster met T-raam. In de rechtertravee is er een vleugeldeur onder bovenlicht uitgewerkt, met een gietijzeren voetschraper in de plint.

De koetspoort wordt bekroond door een balkon in hardsteen op twee voluutconsoles met smeedijzeren balustrade. Een vensterdeur met geprofileerde omlijsting onder een geprofileerd entablement op voluutconsoles geeft uit op het balkon. Links daarvan zijn er drie vensters met geprofileerde omlijsting met T-ramen en roedeverdeling onder een geprofileerd entablement. De tweede verdieping is opengewerkt door vier identieke vierkante vensters met geprofileerde omlijsting. Ter hoogte van  het linker venster ontbreken de vensteromlijsting en het bovenliggende fries met lijst, casement, consoles en zijn de klossen onregelmatig geplaatst.

Volgens de verbouwingsplannen uit 1895 bestond de begane grond in de twee linker traveeën oorspronkelijk uit een suite van vermoedelijk salon en eetkamer, die zonder structurele ingrepen een nieuwe functie kregen als wachtkamer en dokterskabinet. Zij werden in de derde travee geflankeerd door de ‘antichambre’, de vestibule en het trappenhuis, en in de vierde travee door de poortdoorgang naar de binnenplaats. Deze werd in 1895-1897 afgesloten door de bouw van de T-vormige eetkamer aan de zuidzijde van de tuin, waarop in het verlengde de wintertuin aansloot. Geschrankt aansluitend op het hoofdvolume, aan de noordzijde van de tuin, bevond zich de paardenstal van het hotel, met twee boxen geflankeerd door een zijkamer en een ‘remise’. In de zijkamer werd in 1895-1897 de operatiekamer ingericht, verbonden met het dokterskabinet. Van de bovenliggende verdiepingen zijn geen bouw- of verbouwingsplannen beschikbaar.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling IV (Gent), 1861/26 en 1867/13.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen van particuliere woningen, G12/1859/9567 (nummer 4) en G12, 1895/Q/14 (nummer 4 en 5).

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis, bouwmeesterswoning Bernard Lion [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307371 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.