Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd in 1860 ontworpen en in 1861 opgetrokken. Opdrachtgever was Jules Désiré Waldack, klerk-griffier aan de Rechtbank van eerste aanleg in Gent, die toen in de Spiegelstraat 17 woonde.
Gezien de ligging op de oostelijke oever van de Muinkschelde, is de straat slechts langs één zijde bebouwd. Deze straatwand wordt gekenmerkt door een vrij homogene bebouwing van overwegend neoclassicistische rijwoningen, allen met gelijkaardige kroonlijsthoogte. Nummer 30 past qua materiaalgebruik, stijl en volumetrie goed in het straatbeeld.
De rijwoning telt drie traveeën, een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine, onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst. Het gevelvlak is ingedeeld in drie gelijke traveeën en wordt horizontaal geleed door de hardstenen puilijst, parallelle banden waartussen casementen op de gelijkvloerse verdieping en een geprofileerde waterlijst. Alle gevelopeningen, op de zolderverdieping na, zijn getoogd en zijn per verdieping identiek vormgegeven. Het originele houten schrijnwerk bleef bewaard. In de rechtertravee leiden drie hardstenen treden naar een houten vleugeldeur met bovenlicht. Op de onderste trede is een vrijstaande gietijzeren voetschraper geplaatst. De souterrainvensters zijn gevat tussen hardstenen voluten en worden bekroond door een diamantkopsleutel. Deze zijn voorzien van T-ramen achter smeedijzeren diefijzers. Daarboven wordt de gelijkvloerse verdieping verlicht door twee T-ramen boven een geprofileerde hardstenen lekdrempel die langs beide uiteinden gedragen wordt door een console met diamantkop. De bovenverdiepingen zijn symmetrisch vormgegeven, waarbij een centraal balkon op voluutconsoles en met vernieuwde balustrade de eerste verdieping markeert. Hierop geeft een vensterdeur uit in een geprofileerde omlijsting met oren en een gedecoreerde sluitsteen. Bovenaan is binnen de dagkanten een geajoureerd jaloeziekapje aangebracht. Een identieke uitwerking komt voor bij beide flankerende vensters, ingevuld met T-ramen met roedeverdeling. Hierbij zijn de borstweringen opengewerkt met een gietijzeren sierbalustrade. De tweede verdieping is sober uitgevoerd, waarbij centraal een balkon met vernieuwde balustrade steunt op twee gedecoreerde consoles. De vensterdeur die hierop uitgeeft wordt geflankeerd door twee T-ramen met een spiegel tussen twee gedecoreerde consoles in de borstwering. De mezzanine is opengewerkt door drie lage rechthoekige vensters met vierkante uitsparingen op de hoeken, boven een waterlijst.
Zowel van de gevel, als van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar in het bouwdossier.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen van particuliere woningen, G12, 1860/9575.