Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd vermoedelijk in het derde kwart van de 19de eeuw gebouwd, in eenzelfde bouwfase als de omliggende panden. In 1902 diende de toenmalige bouwheer Emile Standaert een bouwaanvraag in voor het wijzigen van de gevel en de interieurindeling, naar ontwerp van architect René Van Herrewege. De gevelaanpassing betrof het toevoegen van een erker ter hoogte van de twee rechtertraveeën, een nieuwe hardstenen plint en het vernieuwen van het schrijnwerk van de toegangsdeur en enkele ramen.
De woning is representatief voor de bebouwing langs de Muinkkaai, die vanaf het derde kwart van de 19de eeuw bebouwd werd met ruime, neoclassicistische rijhuizen voor welgestelde burgers, en vaak voorzien werd van een achterbouw in de achterliggende straat.
De rijwoning telt vier traveeën en drie bouwlagen boven een kelder en onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een hardstenen plint met keldergaten en wordt bovenaan afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst met bewaarde tandlijst. Het gevelvlak met per verdieping identieke getoogde gevelopeningen is ingedeeld in vier gelijke traveeën. Horizontale accenten worden gelegd door schijnvoegen op de gelijkvloerse verdieping die uitwaaieren boven de gevelopeningen, hardstenen cordonvormende lekdrempels en de geprofileerde waterlijst van het hoofdgestel. Op de gelijkvloerse verdieping leiden twee hardstenen treden naar een houten deur met tandlijst en bovenlicht, die geflankeerd wordt door twee vensters aan de linkerzijde en één venster aan de rechterzijde. Op de bovenverdiepingen hebben alle vensters een geprofileerde omlijsting met rijkelijke gedecoreerde sluitsteen, en een gietijzeren parapet. De twee rechtertraveeën van de eerste verdieping worden ingenomen door de later toegevoegde brede rechthoekige houten erker op gedecoreerde consoles met guttae. De erker is langs alle zijden opengewerkt en geritmeerd door gecanneleerde pilasters, waarvan de middelste colonnetten met Ionisch kapiteel. De borstwering is versierd met casementen en guttae, bovenaan loopt een fries met geprofileerde cirkelmotieven. Bovenaan wordt de erker afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst op klossen. Al het vensterschrijnwerk werd vernieuwd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1902/Q/9.