is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Appartementsgebouw Residentia
Deze vaststelling is geldig sinds
Het appartementsgebouw Residentia werd in 1931 ontworpen door architect Fritz Coppieters. Het gaat hier om één van de weinige grootschalige projecten uit het interbellum in deze buurt. Het complex is een zeldzame veruiterlijking van de vooruitstrevende stedenbouwkundige ideeën van Coppieters.
De bouw van dit appartementsgebouw gaat vooraf aan Coppieters’ later geformuleerde ideeën rond stedenbouw. In 1935 had Coppieters in een interview de vier basisproblematieken van de stad Gent opgesomd. Dit was het verbinden van de stad met de grote wegen (Brussel-Oostende en Antwerpen-Rijsel), het stadscentrum vlot verbinden met de nieuwe wijken in het zuiden, het saneren van de stad met respect voor de historische wijken, en het scheiden en rationeel urbaniseren van productie- en woonzones. Over dit laatste onderwerp was hij toen van mening dat de grote lanen (Koning Albertlaan, Voskenslaan, Groot-Brittanniëlaan) bebouwd dienden te worden met appartementsgebouwen van vier à vijf bouwlagen en dat de diepe bouwblokken (Meersstraat, Raketstraat, Paul Fredericqstraat en Jakob Heremansstraat) beter verkaveld konden worden als tuinwijk.
Residentia is het enige uitgevoerde appartementsgebouw van een groter bouwproject dat Coppieters voor ogen had. In het bouwdossier sloot hij een inplantingskaart in voor drie appartementsgebouwen, die samen haast het volledige bouwblok tussen de Jakob Heremansstraat en Paul Fredericqstraat zouden innemen. Doordat maar één van de drie projecten werd uitgevoerd, valt het pand op in de straat, die verder uitsluitend bestaat uit rijhuizen. Ook in de wijk valt dit bouwproject op, omdat hier tijdens het interbellum haast uitsluitend burgerhuizen gebouwd werden.
Ook binnen het oeuvre van Coppieters valt dit appartementsgebouw op, waarvan we vooral enkel villa’s en burgerhuizen in neotraditionele stijl kennen. Het burgerhuis verderop in de Jakob Heremansstraat op nummer 49 met neotraditionele puntgevel en geel-blonde baksteen is hiervan een voorbeeld.
Residentia bestaat uit twee onderdelen. Het hoofdgebouw op nummers 8-38 met zestien wooneenheden is terug te vinden in een bouwdossier van 1933. In het kadaster is de bouw van het aansluitende deel op nummers 2-6 geregistreerd in 1933; een bouwdossier kon niet gevonden worden. Beide percelen waren eigendom van de Naamloze Maatschappij Residentia. Zowel de handtekening van de architect als van de aannemers werden aangebracht op de gevel: “F. Coppieters Architecte” en “A&P. Serck ENTREPRENEURS-GAND”.
Het hoofdgebouw (8-38) met zestien wooneenheden telt acht traveeën en vier bouwlagen boven een souterrain, onder een plat dak. Het staat teruggetrokken tegenover de rooilijn. Aan de rechterzijde sluit een lager volume aan van twee traveeën en drie bouwlagen, in een sterk gelijkende vormgeving (2-6). Het bevat vermoedelijk twee appartementen, en heeft op de begane grond een doorgang naar de achterliggende buitenruimte. Het geheel heeft een uniforme aanpak van de straatgevel, bepaald door geel baksteenparement op een lage gecementeerde plint, waarbij bredere lintvoegen de horizontaliteit in het ontwerp benadrukken. Onderaan is telkens een laag rechthoekig souterrainvenster aanwezig.
De symmetrie is niet volkomen, doordat het gebouw links door één en rechts door twee, verder identieke, venstertraveeën wordt afgesloten. Het ontwerp van het hoofdgebouw wordt gedomineerd door de (bijna) centrale inkompartij met verticaal uitgewerkte gevel waarachter zich het trappenhuis bevindt. Deze inkompartij kraagt uit tot aan de rooilijn en is onderaan toegankelijk via een rechthoekige deuropening onder een luifel en daarboven verlicht door twee smalle rechthoekige vensters en een rondboogvenster die binnen een doorlopende rode baksteenomlijsting gevat zijn. Ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping loopt het inkomvolume langs weerzijden verder door tot de volgende twee traveeën, waar deze de borstwering van het bovenliggende balkon vormen. Hierin zijn aan weerszijden telkens zowel twee lage rechthoekige souterrainvensters uitgewerkt als een kunststeen met aan de linkerzijde de inscriptie “A&P. Serck ENTREPRENEURS-GAND” en langs de rechterzijde “F Coppieters ARCHITECTE”.
De inkompartij wordt geflankeerd door twee identieke traveeën, waarin de balkons in zwart baksteenmetselwerk contrasteren met het gele baksteenparement en voor horizontale accenten zorgen. Per verdieping is hierbij naast het inkomvolume een smal venster uitgewerkt met daarnaast een brede vensterdeur. De overige traveeën hebben telkens een identiek vierkant venster per verdieping. Al het schrijnwerk is recent.
Het rechts aansluitende volume met twee traveeën en drie bouwlagen onder plat dak op nummers 2-6 springt vooruit tegenover het hoofdvolume. Anders dan in het hoofdvolume, is er geen souterrain, en zijn de vensters hier gekoppeld door een doorlopende betonnen latei. Op de begane grond is de linkertravee opengewerkt door een autodoorrit, waarbij aan de rechterzijde de inkomdeur zit. Rechts van de doorrit is een vierkant venster boven twee keldervensters uitgewerkt. De verdiepingen zijn identiek vormgegeven, met een hoekvenster links en een breed venster in de rechtertravee.
Het appartementsgebouw op nummers 8-38 heeft volgens de bouwplannen een souterrain dat plaats biedt aan gemeenschappelijke ruimtes voor opslag en technieken. Daarboven zijn alle verdiepingen identiek ingedeeld, waarbij er zich twee éénslaapkamerappartementen en twee tweeslaapkamerappartementen per bouwlaag bevinden. Langs de straatzijde geeft de inkomdeur toegang tot de gemeenschappelijke traphal die haaks staat op de straat, van waaruit men alle appartementen kan bereiken. Het appartement aan de linkerzijde langs de straatkant heeft een kleine inkomhal met toilet. Van daaruit staat een leefruimte met kitchenette en balkon in verbinding met de slaapkamer. Het appartement aan de rechterzijde langs de straatkant heeft een identieke gespiegelde indeling, waarbij vanuit de leefruimte een smalle gang naast de slaapkamer leidt naar een tweede slaapkamer. De appartementen langs de achterzijde hebben een identieke gespiegelde indeling, waarbij de ruimte van de traphal ingenomen wordt door een badkamer. De hele scheidingsmuur die de spiegelas vormt tussen de appartementen is volledig afgewerkt met ingewerkte kasten.
Van de aanbouw op nummers 2-6 kennen we de indeling niet.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Jakob Heremansstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw Residentia [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307417 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.