Deze meergezinswoning werd in 1935 ontworpen door architect Marcel Ongenae. De opdrachtgever was kapper Jules Gilson, die toen in de Guido Gezellestraat (huidige Jakob Heremansstraat) 24 in Gent woonde. Het langwerpige traplicht met origineel schrijnwerk bepaalt het modernistische karakter van de woning. De architect signeerde de woning in de plint: “MARC. ONGENAE ARCHITECT”.
De stijl van de woning past in het straatbeeld, dat bestaat uit een basisbebouwing van middelhoge aaneengesloten lijstgevels in een interbellumarchitectuur met baksteenparement. De architect ontwierp voor de heer Gilson ook de naastgelegen woning op nummer 60-64 dat gelijkaardige kenmerken vertoont. Van de architect kennen we verder ook de modernistische woning in de Rijsenbergstraat 46 in Gent, waar het langwerpige traplicht eveneens opvalt.
De rijwoning telt drie bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak. De lijstgevel heeft een opvallend geel baksteenparement met Dudokvoegen, gecombineerd met oranje baksteen voor omlijstingen van muuropeningen en erker. Onderaan een lage plint in donker baksteenparement en bovenaan een rollaag, afgedekt met zwarte pannen. Op de begane grond zit in de smalle rechtertravee een houten deur met hardstenen trede en smeedijzeren deurrooster, gevat binnen een uitkragende baksteenomlijsting. In de linkse travee van de gelijkvloerse verdieping zit een breed venster tussen verdiepte dagkanten en onder een rollaag. Volgens de bouwplannen was hier een garagepoort voorzien. De overgang met de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een bakstenen puilijst.
Tweeledige aanpak van de bovengevel, waarbij de rechtertravee wordt getypeerd door een doorlopend, smal traplicht. In de venstertravee een driezijdige erker die over beide verdiepingen doorloopt. Deze is per verdieping centraal opengewerkt met een breed hoog venster, in de schuine erkerzijden telkens geflankeerd door een klein smal venster. De hoeken en lateien van de erker worden geaccentueerd door uitkragende baksteenlijsten. In het venster bevindt zich tussen getrapte dagkanten een houten raam met roedeverdeling en structuurglas. Op het traplicht na is al het vensterschrijnwerk vernieuwd.
De meergezinswoning wordt volgens de bouwplannen betreden via de voordeur, die uitgeeft op de inkomhal met trap. De linkertravee wordt op het originele grondplan ingenomen door een onuitgevoerde garage, en een achterkamer die langs een aparte gang toegankelijk is. Achter de traphal is naast de koer een smallere aanbouw aanwezig waarin de badkamer en keuken ingericht zijn. De bovenverdiepingen zijn identiek ingedeeld waarbij de traphal langs de straatzijde uitgeeft op een L-vormige gang. Deze gang geeft toegang tot een voorkamer en een achterkamer. In de smallere achterbouw is terug telkens een badkamer en keuken ingericht. Verder is de woning volledig onderkelderd.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen van particuliere woningen, G12, 1935/G/29.