is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
Dit burgerhuis in modernistische stijl werd in 1933 ontworpen door architect Jan-Albert De Bondt, een grote naam binnen het modernisme in Gent. De opdrachtgever was orkestleider Maurice De Prêter (1881-1963), dirigent van de Gentse opera in 1910-1914 en 1920-1956, die toen in de Kortrijksesteenweg 45 in Gent woonde. Hij was gehuwd met de zangeres en muziekpedagoge Palmyre Roeland (1881-1975).
De Bondt gaf de woning een zeer vooruitstrevende gevel mee, waardoor deze woning opvalt tussen de veel conservatievere ontwerpen in de straat. De architect bracht in zijn vertrouwde blond-bruine baksteenarchitectuur dynamiek in de woning door te werken met een verticale vensterpartij voor de trappartij en de driezijdige erker op de verdiepingen in de rechtertravee. De Bondt ontwikkelde vanaf de jaren 1930 een stijl in de lijn van het romantisch kubisme met invloeden van de Amsterdamse school en de Nieuwe Zakelijkheid.
De rijwoning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is opgetrokken uit een bruin baksteenparement met Dudokvoegwerk om extra detail aan het gevelvlak te geven. De gevel is afgelijnd door zwarte pannen. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig, waarbij enkel de deur en het benedenvenster hun originele houten schrijnwerk bewaard hebben.
Begane grond met links de smalle deurtravee, waarbij onderaan de nadruk op de inkom gelegd wordt door deze zone af te werken met blauwe hardsteen. Hierin is een houten deur met deurrooster uitgewerkt binnen afgeronde dagkanten en boven een hardstenen trede naast een voetschraper. Rechts daarvan is een zijlicht met gekleurd structuurglas in glas in lood achter een smeedijzeren geometrisch diefijzer geplaatst. Rechts daarvan verlicht een houten driedelig raam de benedenverdieping, waarbij beide dagkanten in hardsteen uitgewerkt zijn, maar de borstwering terug in het bruine baksteenparement uitgevoerd is.
Tweeledige aanpak van de bovengevel waarbij een doorlopend smal venster in de linkertravee de aanwezigheid van de achterliggende traphal verraadt en de venstertravee wordt gedomineerd door een doorlopende met vensters opengewerkte rechthoekige erker met afgeschuinde linkerhoek en uitkragende rechterzijde.
Volgens de bouwplannen heeft de woning een vrij conventionele enkelhuisindeling, waarbij verschillende afgeschuinde en afgeronde hoeken zorgen voor een dynamiek in het grondplan van de ruimtes. Via de voordeur betreedt men een tochtportaal dat uitgeeft op een lange traphal. De rechtertravee wordt ingenomen door een voorkamer die in verbinding staat met een woonkamer die met een pseudo-erker via een steektrapje uitgeeft op de koer. Achteraan geeft de traphal uit op een smallere lage aanbouw waarin een toilet en de keuken ingericht zijn. Op de eerste verdieping wordt de hele linkertravee ingenomen door de traphal die toegang geeft tot een voor- en achterkamer met terras in het hoofdvolume, en een toilet, badkamer en naaikamer in de achterbouw. Op de tweede verdieping geeft de traphal uit op een voorkamer en twee smallere achterkamers. Verder is de woning volledig onderkelderd, waarbij ook een steektrap vanaf de koer toegang geeft tot dit niveau.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Jakob Heremansstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307419 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.