Dit hoekpand bestaande uit een winkel en appartementen op de hoek van de Paul Fredericqstraat en Meersstraat in modernisme met art-deco-elementen werd in 1932 ontworpen door architect C.J. Vandevelde. De bouwheer was de heer E. Delhougne, die toen in de Albertlaan 35 in Gent woonde. Inscriptie aangebracht in hardsteen op plint: “C. J. Vandevelde Archit. 1932”.

Dit opvallend en beeldbepalend hoekgebouw met commerciële functie op de gelijkvloerse verdieping en appartementen op de verdiepingen sluit qua stijl en materiaalgebruik aan bij de Paul Fredericqstraat en de Meersstraat. Visueel legt het ook een connectie met het tegenover gelegen hoekgebouw dat een gelijkaardig volume en een afgeronde gevelpartij heeft. Van de architect kennen we uit het interbellum verder ook een ensemble in art deco in de Krijgslaan 68-84, en een pand in modernistische stijl in de Patijntjestraat 50 in Gent.

Het hoekgebouw telt vier bouwlagen onder een mansardedak met leien waarin enkele dakkapellen bekleed met leien onder een houten uitkragende kroonlijst. De gevel met rechthoekige gevelopeningen maakt een polygonale kromming rond de straathoek. De gevel uit zandkleurig baksteenparement in Noors verband op de begane grond en roodkleurig baksteenparement in Noors verband op de verdiepingen is uitdrukkelijk horizontaal geaccentueerd door witgeschilderde betonnen banden. Onderaan is een hardstenen plint waarin keldergaten en bovenaan wordt de gevel afgelijnd door een uitkragende witgeschilderde geprofileerde betonnen kroonlijst.

De gelijkvloerse verdieping wordt gekenmerkt door een winkelpui bestaande uit een centrale ingang met portaal waarin een inspringende beglaasde houten vleugeldeur en twee smalle zijramen tussen betonnen geprofileerde pijlers. De getrapte dagkanten van de pijlers zijn bezet met zandkleurige tegeltjes met parelmoereffect en zijn frontaal, in dezelfde tegels, versierd met de letter ‘T’. Een latei die het portaal overspant vormt de scheiding met het bovenlicht in structuurglas en haakt op de pijlers in. Tussen de latei en een vierkant kapiteel met gestileerde vogelkop is er aan elke zijde een wandlicht met reliëfglas in metalen kader. De centrale toegang wordt geflankeerd door twee etalagevensters met houten ramen met bovenlichten met structuurglas waarin centraal twee verticale banden met opaliserende glasplaatjes in blauwtinten. De borstweringen en plint in hardsteen omsluiten een paneel met gekleurde geglazuurde tegels die in een geometrisch patroon zijn aangebracht. Rechts van de winkelpui zijn twee identieke houten guillotineramen met tandlijst en structuurglas. Het geheel wordt bovenaan afgesloten door een doorlopende lijst met geometrische art-decomotieven.

De linkerzijde van het gebouw is in tegenstelling tot de rest van de gevel verticaal uitgewerkt met een smalle travee waarin de toegang tot de bovenliggende appartementen en de vensters van het trappenhuis zich bevinden. Rechts van de hardstenen deurdorpel werd een voetschraper in de plint geplaatst. Het gevelvlak boven de deur is afgewerkt met verticaal metselwerk tot aan een hardstenen cordonlijst. De bovenliggende verdiepingen zijn gevat tussen twee lisenen in horizontaal metselwerk, waartussen een zone met verticaal metselwerk gescheiden door vensters en een mezzaninevenster.  

De bovenverdiepingen rechts van de traphaltravee bevatten de appartementen met identieke geveluitwerking per verdieping. Dit gedeelte is symmetrisch uitgewerkt, waarbij zich centraal telkens per verdieping twee terrassen bestaande uit witgeschilderde betonplaten tussen dito stijlen bevinden die concaaf naar voor springen, waarachter zich een overhoeks gespiegelde gevel bevindt. Aan beide uiteinden geeft een vensterdeur uit op het balkon. Tussenin wordt de hoek van de gevel door siermetselwerk geaccentueerd. Het beschilderde betonnen balkon en balkonborstwering bevat een buisbalustrade. De traveeën aan weerszijden van de terrassen bevatten T-vensters boven hardstenen lekdrempels. De balkons worden omlijst door uitkragende bepleisterde betonribben. Ook de uitkragende vloerplaten zijn bepleisterd. Al het schrijnwerk werd in dit gedeelte vernieuwd.

De ontwerper voorzag volgens de bouwplannen op het waaiervormige perceel een gelijkvloerse winkel met daarboven drie tweeslaapkamerappartementen. Via de centrale inkomdeur betreedt men de waaiervormige winkelruimte. Deze geeft aan de rechterzijde uit op een eetplaats langs de straatzijde en een keuken naast de koer in de hoek van het perceel. De voordeur in de linkertravee geeft toegang tot de private traphal, met achterliggende gang, met bergruimte en toilet, die naar de koer leidt. Op de bovenverdiepingen wordt telkens een identieke appartementsindeling herhaald, waarbij de traphal toegang geeft tot een centrale inkomhal die uitgeeft op een bergplaats, een badkamer, een doorgang naar toilet, keuken en eetplaats en twee identieke gespiegelde slaapkamers met balkon. Verder is het gebouw volledig onderkelderd.