Hoeve met bakstenen woonhuis en wagenhuis uit de jaren 1920 en een schuur- en stalvleugel van rond 1800, een zeldzaam voorbeeld van een houtbouw die de verwoesting van de Eerste Wereldoorlog heeft overleefd.
Historiek
Op de Ferrariskaart (1771-1778) is de hoeve weergegeven met twee gebouwen. Het gebouw haaks op de straat is waarschijnlijk de bestaande schuur- en stalvleugel, het gebouw ernaast wellicht het woonhuis. Dezelfde L-opstelling van de gebouwen is afgebeeld op het primitief kadaster (1830-1834) en de Atlas der Buurtwegen (1841). Na de Eerste Wereldoorlog volgde een gedeeltelijke heropbouw voor eigenaar Crabbe-Bocquart, wellicht in het begin van de jaren 1920. Het woonhuis werd heropgebouwd op dezelfde plaats en aan de westzijde van het erf werd een wagenhuis opgetrokken. Het beschadigde noordelijke deel van de schuur- en stalvleugel werd heropgebouwd in baksteen, maar het onbeschadigde zuidelijke deel van de houtbouw bleef bewaard.
Beschrijving
De schuur- en stalvleugel staat aan de oostzijde van het erf, haaks op de straat georiënteerd. Het zadeldak met overstek wordt bedekt door platte pannen (noordelijk deel) en golfplaten (zuidelijk deel). De centrale doorrit wordt aan de erfzijde afgesloten door een poort met draailuiken. Het zuidelijke deel van de schuur- en stalvleugel dateert uit het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw. De zuidelijke puntgevel is in baksteen, de oost- en westgevel zijn een houtbouw op bakstenen onderbouw. De wanden zijn opgebouwd uit houten stijlen met een beplanking aan de buitenzijde. Het gebinte (met telmerken) aan de rechterzijde van de doorrit bestaat uit een gedeeltelijk verwijderde dekbalk op stijlen en schoren die halfhouts zijn ingelaten op de vermelde schoren. De binnenruimte aan de rechterzijde van de doorrit wordt overspannen door een kap met gordingen op schaargebinten en windschoren. Het nokgebinte steunt op schaargebinten, bestaande uit twee spantbenen met hanenbalk en nokstijl. De versteviging van één van de schaargebinten met dubbele schoren dateert uit de wederopbouw van de jaren 1920.
Het noordelijke deel van de schuur- en stalvleugel dateert van de wederopbouw uit de jaren 1920. Dit deel is een baksteenbouw met betonnen lateien boven de poort, de deuropeningen en de stalvensters. De ruimte wordt binnenin overspannen door een gordingenkap met driehoekspanten.
Het woonhuis en het wagenhuis uit de jaren 1920 zijn gebouwd in baksteen en hebben zadeldaken (platte pannen) met dakranden. In het woonhuis worden de deur-, vensteropeningen en stalvensters overspannen door een strekkenlaag. De afwisselend witte beschildering van de strekken is wellicht niet oorspronkelijk. Aan de westzijde van het woonhuis bevindt zich de vroegere paardenstal. De aanbouw tegen de voorgevel van het woonhuis dateert uit de jaren 1950.
Het wagenhuis bevat twee poorten met schuifdeuren en een deuropening aan de zuidzijde.
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Primitief kadaster Heuvelland, afdeling III (Nieuwkerke), sectie B, 1830-1834.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Heuvelland, afdeling III (Nieuwkerke), 1895/1, 1923/27, 1956/1.