is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Wederopbouwhoeve 'Walhoeve' in betonbouw
Deze vaststelling is geldig sinds
De Walhoeve werd gebouwd in 1923 door aannemer Edgar Van Baveghem, ter vervanging van een dieper gelegen hoeve die werd verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog. De hoeve is een zeldzaam voorbeeld van een wederopbouwhoeve in gewapend beton.
De vooroorlogse Walhoeve was een dieper gelegen boerderij met walgracht, wat wijst op een oorsprong in de late middeleeuwen. Op de Ferrariskaart (1771-1778) is de hoeve afgebeeld met twee gebouwen evenwijdig met de straat. De toen nog deels bewaarde walgracht is niet weergegeven. De eerste precieze weergave op het Primitief kadaster (1830-1834) toont twee tegenover elkaar gelegen volumes, ingeplant evenwijdig met de straat. Ten zuiden van het westelijke gebouw bevinden zich twee bijgebouwtjes. Het verloop van de walgracht is herkenbaar in de perceelgrenzen. Van de gracht zelf resteert nog het zuidoostelijke deel en een tot poel omgevormd restant ten zuiden van het erf. Een tweede poel bevindt zich tussen de westvleugel en de straat. De toestand zoals op het Primitief Kadaster bleef ongewijzigd tot aan de Eerste Wereldoorlog. In 1873 werd de hoeve eigendom van de familie Nollet, tot op heden nog steeds eigenaar.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de hoeve gekend als de hoeve "Berlin" en de achterliggende bossen als "Berliner Wood". Een luchtfoto uit april 1916 toont een hoeve in puin, maar de muren van de gebouwen staan nog gedeeltelijk overeind. Tijdens de Derde Slag om Ieper (ook gekend als de Slag om Passendale, 31 juli tot 10 november 1917) werd de hoeve volledig verwoest. Luchtfoto’s uit 1918 tonen een maanlandschap waarin de hoeve niet meer herkenbaar is.
Na de oorlog werd door aannemer Edgar Van Baveghem voor eigenaar Marcel Nollet (1896-1975) een nieuwe hoeve gebouwd. De nieuwe hoeve werd ingeplant naast de vooroorlogse hoevesite en dichter bij de straat. De jaartallen ‘1923’ in de voor- en achtergevel van het woonhuis herinneren aan de bouw van de nieuwe hoeve. De kadastrale intekening van de heropgebouwde hoeve gebeurde pas in 1928. Van de vooroorlogse hoeve bleven de poel en de walgracht bewaard.
Aannemer Van Baveghem trok de twee hoevegebouwen op met platen in gewapend beton, volgens zijn systeem van de “béton armé monolithe creux”. Volgens de huidige eigenaar, zoon van de bouwheer, werden de betonplaten op de bouwwerf zelf gegoten en voorzien van decoratieve reliëfs.
De halfopen loods tegenover de stal werd gebouwd in 1948. De gebogen perceelstructuur van de walgracht van de vooroorlogse hoeve verdween in 1950 bij de hertekening van de percelen rond de hoeve. Toen verdwenen ook de poelen van de vooroorlogse hoeve.
De varkensstal achteraan het erf dateert uit 1971.
De wederopbouwhoeve uit 1923 omvat twee gebouwen in L-opstelling, het woonhuis aan de noordzijde van het geasfalteerde erf en de schuur- en stalvleugel aan de oostzijde. Beide gebouwen zijn opgetrokken in platen van gewapend beton, wat uitzonderlijk is voor wederopbouwhoeves uit de jaren 1920 in de Verwoeste Gewesten van West-Vlaanderen.
Het woonhuis met zadeldak (platte pannen) omvat aan de westzijde het woongedeelte en aan de oostzijde de paardenstal en een stapelruimte op zolder. De gelijkvloerse verdieping van het woongedeelte wordt in de voor- en achtergevel verlicht door drie vensters. Voor- en achtergevel bevatten elk een deuropening (gedicht in de voorgevel). De westelijke zijgevel van het woonhuis bevat twee zoldervensters. Het stalgedeelte bevat in de voor- en achtergevel een centrale poort en twee stalvensters, en een bijkomende staldeur in de achtergevel. In de betonplaten van het stalgedeelte zijn keramieken verluchtingsbuizen verwerkt. Boven de deuropening in de achtergevel bevindt zich de laadopening van de stapelruimte op de zolder. De deur- en poortopeningen worden overspannen door aftopte keperbogen.
De betonnen buitenwanden van het woonhuis zijn versierd met twee reliëfbanden, een band ter hoogte van de venster- en deuropeningen en een band onder de dakgoot en de zoldervensters. De reliëfs bevatten blad- en bloemslingers, appel- en druiventrossen en klompen, wellicht een symbolische verwijzing naar de landbouw. Dezelfde decoratiebanden omlijsten ook de zoldervensters in de westelijke zijgevel. Boven de stalpoort in de voorgevel zijn het opschrift “J O H” (Jezus Onze Heer) en het jaarmerk “1923” aangebracht. Boven de stalpoort in de achtergevel zijn hetzelfde jaarmerk en een haan aangebracht.
De stal- en schuurvleugel is een langwerpig volume onder zadeldak (platte pannen). De tot garage verbouwde uitbouw aan de zuidzijde is deel van de oorspronkelijke aanleg. De wanden van de stal- en schuurvleugel zijn net als in het woonhuis opgetrokken met betonplaten. Voor de vervaardiging van het beton werd vermalen bouwpuin (baksteen, dakpannen) van de vooroorlogse hoeve toegevoegd, wat de rode kleur van de betonplaten verklaart. De dakranden steunen op houten modillons en gebogen korbelen. De binnenruimte wordt overdekt door een gordingenkap op driehoekspanten. Meerdere deur- en poortopeningen zijn gedicht. Herstellingen in snelbouwsteen wijzen op stabiliteitsproblemen ten gevolge van de opbouw met betonplaten. De verharding met baksteenstrekken voor de gedichte poort aan de zuidzijde dateert mogelijk nog uit de bouwtijd van de jaren 1920.
Naast de zuidelijke zijgevel van de stal- en schuurvleugel staan twee hekpijlers in betonstenen, met een conische bekroning in beton.
De halfopen loods uit 1948 tegenover de stal- en schuurvleugel heeft een houten kap op betonpijlers.
Auteurs: Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Passendale
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wederopbouwhoeve 'Walhoeve' in betonbouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307507 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.