erfgoedobject

Wijk Zonneveld

bouwkundig element
ID
307522
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307522

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Wijk Zonneveld
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Private woonwijk met oorspronkelijk 116 bungalows, in 1964-1965 ontworpen door het architectencollectief Dimensie 3 in opdracht van de nv Expansie en gebouwd tussen 1966 en 1982. Laat-modernistische laagbouwwijk met geschakelde tuinkamerwoningen, speelplein, winkel en collectieve antennemast.

Context en historiek

De wijk Zonneveld is gelegen op een terrein van circa 8 hectare in de noordelijke rand van Grimbergen, tussen de Beukendreef en het Lintbos, en omvat de Pallieterlaan, de Reinaardlaan, de Beatrijslaan, de Houtekietstraat, De Vlasschaardstraat en de Max Havelaarlaan. Zonneveld werd in de jaren zestig als een geheel gerealiseerd door de private onderneming nv Expansie en de architectengroep Dimensie 3. Woningen, buitenaanleg, tuininrichting en stratenplan werden zorgvuldig op elkaar afgestemd binnen een totaalconcept, wat voor een private verkaveling zeldzaam is in Vlaanderen. Het programma omvatte 116 “villawoningen”, een pleintje met speeltuin (op het einde van de Houtekietstraat, Kossatenplein) en een winkel (op het hoekperceel van de Beukendreef en Max Havelaarlaan). Er werden drie types van gestandaardiseerde, kwalitatieve bungalows met een kleine tuin aangeboden. De bouwgrond, een volledig ingerichte keuken en badkamer, de tuinaanleg en gemeenschappelijk groen (ontwerp en uitvoering: Firma De Coninck – Dervaes uit Maldegem) waren inbegrepen bij de aankoop van de woningen.

De wijk Zonneveld is de eerste wijk gebouwd door het in Leuven gevestigde architectenbureau Dimensie 3. Het vooruitstrevende bureau Dimensie 3 – Atelier voor Architektuur en Ruimtelijke Ordening werd in 1965 opgericht door Simon Deneef, Christiaan Broekaert, Emiel van Looven en Frans M. Vierin. Dimensie 3 bouwde aanvankelijk haast uitsluitend in opdracht van de nv Expansie, eveneens in 1965 opgericht op initiatief van jurist Frans Lannoy en Professor Zeger Van Hee. De nv Expansie stelde zich als doel om kwalitatieve private woonwijken voor een uitsluitend Vlaams cliënteel te ontwerpen in de Vlaamse Rand. Tussen 1965 en 1972 realiseerden nv Expansie en Dimensie 3 twee wijken in de Vlaamse Rand: Zonneveld in Grimbergen (1965) en Drogenberg in Overijse (1969). In Bertem, de woonplaats van Frans M. Vierin, realiseerde het architectencollectief voor de nv Expansie de wijken Varenberg (gekend als de Witte Wijk, 1965) en in Herent de wijk Blauwe Stap (1970). In 1972 werd de nv Expansie failliet verklaard. De architectengroep Dimensie 3 bleef nog tot aan de bouwcrisis van 1981 bouwen. Ze realiseerde onder meer een aantal wijken met een vernieuwende stedenbouwkundige aanleg voor socialewoningbouwmaatschappijen, zoals de wijken 's-Herenwegveld (1975-1980) en Zitteblokveld (1972-1977) in Herent voor de SHM Volkswoningbouw. Simon Deneef realiseerde als zelfstandig architect in 1972 in Wijgmaal de sociale woonwijk Wijveld, in een gelijkaardige stijl en opvatting als de wijk Zonneveld.

De wijken van Dimensie 3 worden gekenmerkt door een bijzondere stedenbouwkundige aanleg met vernieuwende woontypologieën. Het architectencollectief liet zich daarbij inspireren door het structuralisme en brutalisme, van onder meer het Zwitserse architectenbureau Atelier 5 (Siedlung Halen, 1962) of van de Deense architect Jørn Utzon (Terraserne in Fredensborg, 1962). Kenmerkend is de toepassing van nieuwe schakelwijzen en nieuwe woningtypes binnen een autoluw wijkconcept, zoals geschrankte rijhuizen, rond hoven of erven geclusterde woningen, of dichte schakelingen van rug-aan-rug-woningen, patio- of tuinkamerwoningen. Stilistisch gezien is de wijk Zonneveld een geslaagd voorbeeld van het laat-modernistische baksteenbrutalisme, waarin deze wijken vaak werden ontworpen.

De wijk Zonneveld was de eerste wijk ontworpen door Dimensie 3. Het uitgangspunt van nv Expansie's-Herenwegveld was niet alleen om een kwalitatieve woonwijk te realiseren. De wijk diende ook nieuwe inwijkelingen aan te trekken die het Nederlandstalige karakter van de gemeente Grimbergen konden versterken. Veelzeggend is dat de namen van de nieuw aangelegde straten verwijzen naar de hoogtepunten van de Vlaamse en Middelnederlandse literatuur (behalve Max Havelaar). Daarnaast moest via groepsbouw en collectieve voorzieningen het “leven in gemeenschap” worden gestimuleerd. Met het concept van “integraal wonen” voor een “integrale prijs” ontwikkelde de nv Expansie de volledige wijk als één geheel, inclusief stratenaanleg, tuinontwerp, speeltuin en winkel. De aanleg van tuinen, hagen en gemeenschappelijk siergroen was inbegrepen in de prijs van de woningen. Ook een volledig ingerichte keuken, badkamer, en technisch comfort zoals centrale verwarming maakten deel uit van het totaalconcept. Om de visuele eenheid van de wijk te waarborgen, werden strikte stedenbouwkundige voorschriften opgelegd. Zo werd onder andere door een verbod op het plaatsen van omheiningen en tuinmuren het groene karakter van de wijk verzekerd. Voor het beheer van gemeenschappelijke delen in de wijk (zoals de woonerven) werd een bewonersvereniging opgericht. Het aanleggen van de wijk in één keer en het standaardiseren van de woningen drukte de prijzen aanzienlijk.

Het ontwerp van de wijk werd aangevat in 1964. De bouwvergunning werd goedgekeurd in 1965, en daarna in verschillende fasen opgetrokken. In 1966 werd een kijkwoning gebouwd en werden 21 woningen op plan verkocht en gebouwd (aannemer Hoedemaekers, Hasselt). De volgende bouwfasen werden gerealiseerd door aannemer Liekens en Delen uit Beersel. In 1967 startte de tweede bouwfase van 50 woningen. In 1971 waren 75 woningen gerealiseerd. De laatste verkoopfase van de wijk verliep moeizamer en werd in 1982 voltooid. Niet alle geplande woningen werden gerealiseerd. De woningen werden vooral gekocht door jonge hoogopgeleide Vlaamse gezinnen. Uit bewonerservaringen blijkt dat de architecturale en sociale uitgangspunten succesvol waren. In 2015, bij het 50-jarig bestaan van de wijk, werd Zonneveld door de gemeente Grimbergen geselecteerd als “verborgen parel” voor de Open Monumentendag Vlaanderen.

Beschrijving en typering

De wijk Zonneveld telt vandaag 102 bungalows in een groenaanleg met grasperken, hagen en bomen (een aantal bungalows werd samengevoegd, een aantal niet uitgevoerd). De wijk wordt gekenmerkt door een zorgvuldige afstemming van woningtypes, buitenaanleg, groenaanleg en stratenplan binnen een totaalconcept. De stedenbouwkundige aanleg van de wijk is een kleinschalig voorbeeld van een vroeg woonerfweefsel (in Nederland aangeduid als bloemkoolwijken), dat de overgang maakt van de modernistische wijkaanleg (meestal strokenbouw) naar de typische woonerven van de laten jaren 1970 en 1980.

Het stratenpatroon van de wijk is aangelegd volgens een hiërarchische ordening van de verkeerswegen. De wijk takt aan op de bestaande Beukendreef (die het centrum van Grimbergen met Beigem verbindt). Vanaf de Beukendreef vertrekken drie insteekstraten voor plaatselijk verkeer, waarop cul-de-sacs aansluiten. Ongeveer de helft van de bungalows is niet aan een straat gelegen, maar aan de cul-de-sacs die twee tot vier achterin gelegen percelen ontsluiten. Deze hebben eerder het karakter van een gedeelde groene voortuin dan van een ontsluitingsweg. Op het einde van de Houtekietstraat bevindt zich een speelplein met speeltuigen. De aanleg en de materialen van de rijwegen reflecteren de wegenhiërarchie. Straten voor doorgaand verkeer zijn aangelegd in asfalt, met voetpaden in betonnen klinkers. De cul-de-sacs werden aangelegd als woonerf, in asfalt zonder niveauverschillen.

De woningen staan ingeplant op groene percelen, afgesloten door lage hagen. De wijk is opgebouwd op basis van een beperkt aantal woningtypes, allen met kleine private tuin en individuele garage aan de woning. De bungalows zijn op doordachte wijze geschakeld en gespiegeld, zodat een dens en gevarieerd patroon ontstaat. De garage is telkens anders gepositioneerd, zodat een afwisselend straatbeeld ontstaat. Kenmerkend voor de structuralistische benadering is dat woning, garage, berging en tuin als een geheel zijn ontworpen. De tuin is opgevat als een woontuin, die een verlengde vormt van de woonkamer. Door de woningen op de perceelsgrenzen te leggen en door het zorgvuldig spiegelen, schakelen en draaien, ontstaan ‘buitenkamers’ of woontuinen, die zijn afgeschermd door de blinde muur van de buurwoning.

De wijk is opgebouwd uit drie basistypes van bungalows (160 m² tot 200 m² oppervlakte) met 3, 4 of 5 slaapkamers (of studio of speelkamer naar wens). Elke bungalow beschikt over een woon- en diensttuin, garage en was- of werkplaats. Kernpunten van het woningontwerp waren het open-plan-principe met een modulaire planopbouw en niet-dragende, aanpasbare, binnenwanden. Oorspronkelijk waren de woningen ingericht met een volledig geïnstalleerde keuken en badkamer, centrale verwarming en technisch comfort. Het basisgrondplan is modulair opgebouwd met een dienstzone met inkom, keuken en badkamer aan de voorzijde (met diensttuin en garage), en een woonzone met woonkamer en slaapkamers uitgevend op de woontuin. De leefruimtes geven met ramen van vloer tot plafond uit op de tuin (oorspronkelijk schuiframen) zodat een vloeiende overgang tussen binnen en buiten ontstaat. De voorzijde van de bungalows was oorspronkelijk voorzien van tuimelramen.

De architecturale vormgeving van de woningen wordt gekenmerkt door een uitgesproken laat-modernistische stijl met brutalistische elementen (baksteenbrutalisme). Alle woningen zijn opgetrokken in traditionele baksteenbouw van een bouwlaag onder een plat dak. De architectuur van de woningen is sober, met een strakke compositie van autonome muurvlakken, glasvlakken en dakvlakken. De muurvlakken zijn opgetrokken in zichtbare roodbruine baksteen (klampsteen), afgewisseld met witgeschilderde muurvlakken (ook in baksteen). Kenmerkend zijn de ramen tot tegen de dakrand, de muurvlakken van de zijgevels die uitsteken ten opzichte van de voorgevels, de losse aansluiting van de tuinmuren (met smalle doorkijk), de dunne deklijsten in zichtbeton, het prononceren van de daken als zwevende autonome vlakken. Sommige bungalows zijn voorzien van uitstekende dakranden; bij andere springt het dakvlak licht in. Oorspronkelijk hoge dakranden bekleed met aluminium, garagepoorten in witgeschilderd hout, ramen in tropisch hardhout.

In 2019 zijn een heel aantal bungalows aangepast aan de wijzigende behoeften van de bewoners, of geschilderd. Ook werd een aantal woningen samengevoegd. Het totaalbeeld van de wijk blijft echter anno 2019 herkenbaar bewaard. Storend is de ongelijksoortige vervanging van schrijnwerk, garagepoorten en bekleding van de dakranden.

  • S.N. 1971: Habitat Groupé, Environnement 9, 313-317.
  • S.N. 1969: Zonneveld Grimbergen, Architecture 87, 353.
  • THEUNIS K. 2008: De zoektocht naar een Belgisch woonproject 1965-1975. Toenadering tussen ontwerpers en overheid in de praktijk van het private wonen, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, faculteit ingenieurswetenschappen, 236-237.
  • VAN HERCK K., THEUNIS K. 2009: Zonneveld (Grimbergen), in VAN HERCK K., DE MEULDER B., Wonen in Meervoud. Groepswoningbouw in Vlaanderen. 2000-2010, Amsterdam.

Auteurs: Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wijk Zonneveld [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307522 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.