De hagen en houtkanten, afgewisseld met enkele opgaande bomen waaronder een oudere robinia en struweelvormende struiken, vormen een merkwaardige begroeiing op een overgebleven molenbelt genaamd 'Den Dam'. De begroeiing, bestaande uit onder meer sneeuwbes, haagliguster, éénstijlige meidoorn, sleedoorn, veldiep, hazelaar, gewone vlier, gewone es, zoete kers en zomereik, is deels aangeplant en deels spontaan ontwikkeld en beheerd als vastlegging van de molenbelt en de holle wegenstructuur van de Kleimolenstraat en de Oudepontstraat. Op de molenbelt komen merkwaardige looppaadjes voor van waarop de vastleggingshagen worden onderhouden. De vroegere 'Cleymolen' of 'Molen Ter Cleye' wordt voor het eerst vermeld in een pachtcontract uit 1442. Blijkens fotodocumenten was het een houten standaardmolen, aanvankelijk met open, later gesloten voet. De molen werd in 1927 afgebroken.