Opvallende rijwoning in brutalistische stijl, in 1976 ontworpen door Fritz Schaffrath van het architectenbureau Raman en Schaffrath voor zijn broer Willy. Omdat het ontwerp niet voldeed aan de stedenbouwkundige voorschriften (plat dak en dakterras waren niet toegelaten) werden in 1979 en 1983 regularisatieaanvragen ingediend. Voorafgaand aan de bouw van de woning, die op de plaats kwam van een bestaand pand, werd in 1972 achteraan op het perceel een magazijn gerealiseerd, eveneens naar ontwerp van Fritz Schaffrath. De woning is opgenomen in de gids bij de publicatie ‘Architectuur als buur, panorama van Gent en omstreken 1968-88’.

Het noordgerichte perceel waar de woning werd opgericht is ongeveer dubbel zo breed als de andere percelen in dit deel van de straat, omdat er voordien een neoclassicistische woning met naastgelegen poortdoorgang stond. De aanvraag om dit geheel af te breken werd in 1976 ingediend.

Het pand is deels onderkelderd en telt drie bouwlagen onder plat dak. De gevel, met parement in bruine baksteen, is sterk sculpturaal opgevat en wordt doorbroken door onregelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen. Op de benedenverdieping wordt de gevel verlevendigd door insprongen ter hoogte van de hoge garagepoort links en de voordeur rechts. In de inham van de voordeur is een vrij omvangrijk, balkvormig volume geplaatst dat de brievenbus omvat. Ook de eerste verdieping vertoont aan de linkerkant een insprong, ingevuld met een bescheiden erker, geflankeerd door een balkon met opvallende, metalen leuning. De derde bouwlaag is uitgewerkt als een massieve, bakstenen erker, gedragen door twee centrale, driehoekige steunen die vertrekken op de eerste verdieping. De bovenste hoeken van de erker worden geaccentueerd door balkvormige, beglaasde constructies. Het schrijnwerk (staal volgens de plannen) heeft een grijze tint, met uitzondering van dit van de glazen voordeur en flankerende ramen, dat lichtgeel is geschilderd. Ook de poortopening was volgens de plannen voorzien van stalen ramen, die echter vervangen werden door een sectionaalpoort. De achtergevel is volgens de plannen bijna volledig beglaasd en voorzien van stalen ramen.

De benedenverdieping van de woning wordt volgens de plannen bijna volledig ingenomen door een doorgang naar het magazijn, enkele parkeerplaatsen en een ruimte voor de verwarmingsketel. Aan de linkerkant bevindt zich de inkom met trap naar de verdiepingen.

Zoals gebruikelijk werkten Raman en Schaffrath in het interieur op vernuftige manier met splitlevels. Een klein bureau bevindt zich op een eerste tussenniveau, achter de trap, terwijl aan de straatkant een toilet en vestiaire zijn voorzien. Het bureau met dubbele hoogte wordt verlicht door een vide, die doorloopt tot op de bovenverdieping. Op de eerste verdieping bevinden zich de leefruimtes in open plan: keuken en eetplaats aan de noordkant, de leefruimte met aansluitend terras ten zuiden. Zoals meestal bij woningen van deze architecten is in de leefruimte een monumentale, sculpturaal uitgewerkte schouw voorzien, die over twee verdiepingen doorloopt. Op de verdieping bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer. Tot slot is er een naaihoek op een tussenniveau boven het bureau. De huidige indeling van het interieur is niet bekend.