Deze uitzonderlijke rijwoning in brutalistische stijl (op de plannen omschreven als ‘appartement parking’) werd volgens de goedgekeurde bouwaanvraag van 27 augustus 1973 ontworpen door architecten Johan Raman en Fritz Schaffrath voor de heer en mevrouw Damman.

Het pand werd gebouwd op de plaats van twee eenvoudige woningen met koertjes. De woning benut de volledige oppervlakte van het trapeziumvormige, noordoostgerichte perceel.

De voorgevel met parement in zichtbeton is bijzonder sculpturaal opgevat en wordt verlevendigd door onregelmatig geplaatste erkers, vensternissen en balkons met metalen buisleuningen. De uitvoering wijkt licht af van de plannen, omdat één vensternis in de vorm van een halve cirkel is uitgewerkt in plaats van vierkant. Volgens de plannen was de benedenverdieping volledig open, als parkeerplaatsen voor de juwelierszaak van de eigenaars. Momenteel is ze voorzien van een glaspartij met rechthoekige onderverdeling. Mogelijk ten gevolge van stedenbouwkundige voorschriften werkten de architecten met een zadeldak (nok parallel met de straat), oorspronkelijk bedekt met zwarte leien, recent voorzien van minder passende rode pannen. Bij deze ingreep verdwenen ook de twee betonnen schouwen op het dak. Het schrijnwerk (zwart aluminium volgens de plannen) werd deels vervangen.

Ook de achtergevel kreeg volgens de plannen een opvallende vormgeving mee. Grotendeels blind en bedekt met zwarte leien wordt hij enkel doorbroken door een brede, centrale insprong vanaf de eerste verdieping, eveneens voorzien van vensternissen en balkons die zorgen voor bijkomende lichtinval in de woning.

De architecten maakten op een vernuftige manier komaf met de onregelmatige vorm van het bouwperceel, door er aan de noordkant een trapeziumvormig stuk af te snijden en dit te gebruiken als circulatieruimte (trap en lift) met per verdieping een toilet. Het resterende deel van de woning verkreeg zo een eenvoudig, rechthoekig grondplan. Volgens de plannen maakten de architecten in het interieur gebruik van de voor hen kenmerkende splitlevels, vides en doorkijken. Ook een sculpturaal uitgewerkte schouw, die meerdere verdiepingen overspande, ontbrak niet.

Volgens de plannen waren op de gelijkvloerse verdieping de parkeerplaatsen en een atelier voorzien. Op de eerste verdieping bevinden zich een living, eethoek en keuken in open plan en, aan de achtergevel, een terras met bovenlicht voor het atelier. Op de tweede verdieping geeft de traphal toegang tot een open galerij boven de living. Op deze galerij komen drie slaapkamers uit, waarvan één met eigen, aansluitende badkamer en twee met eigen douche en gemeenschappelijk toilet. Deze laatste slaapkamers werden van elkaar gescheiden door een kast, wat de indeling flexibel maakt. Op de dakverdieping bevonden zich nog een vierde slaapkamer en een hobbyruimte. De huidige indeling van het interieur is niet bekend.