Samenstel van twee gekoppelde meergezinswoningen of “renteniershuizen” in neoclassicistische stijl, in 1925 ontworpen door de architect Charles Wuyts, in opdracht van de Naamloze Vennootschap “Berchemsche Bouwhandel”.
De bouw- en hypotheekmaatschappij “Berchemsche Bouwhandel”, met maatschappelijke zetel aan het Frederik de Merodeplein in Berchem, werd opgericht in 1909. Tussen 1910 en 1930 bouwde de maatschappij een tweehonderdtal huizen vooral in Berchem, Zurenborg en Borgerhout, als koopwoningen voor eigen rekening of in opdracht van particulieren. Charles Wuyts was sinds de oprichting als architect verbonden aan de Berchemsche Bouwhandel, en tekende ook het ontwerp van de vijf gelijkaardige huizen die de maatschappij op nummers 32 tot 36 en 70-72 bouwde.
De woningen beantwoorden aan de typologie die de architectuur van de Koninklijkelaan kenmerkt. Het gaat om een bebouwing van overwegend burgerhuizen uit de jaren 1920 en 1930. Zoals de bouwvoorschriften opleggen, zijn de voortuintjes telkens afgesloten door een ijzeren hekwerk. De oorspronkelijke smeedijzeren voortuinafsluiting met bewerkte hardstenen posten, identiek voor beide woningen, bleef integraal bewaard. Sober van opzet, zonder uitgesproken ornamentiek, voegen de gevels zich qua materiaalgebruik en stijl in de straatwand, die voornamelijk bestaat uit witte natuurstenen of simili bepleisterde gevels in een klassieke vormentaal.
Ensemble van twee onderkelderde, volgens repeterend schema gekoppelde rijwoningen, elk twee ongelijke traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een plat dak. De lijstgevels hebben een parement uit witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen. In overeenstemming met de opdeling in hoofd- en nevenruimten in het interieur, legt de asymmetrische compositie van de gevel de klemtoon op de brede, door drielichte geopende rechtertravee. Deze wordt gemarkeerd door een driezijdige erker die oploopt over de eerste twee bouwlagen, bekroond door een balkon met natuurstenen balustrade. Beide gevels beantwoorden verder aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met individuele lekdrempel en onderdorpel. De door een geprofileerde waterlijst afgescheiden tweede verdieping, wordt verder geaccentueerd door palmetmotieven op de onderdorpels. De gevelbeëindiging vormt een klassiek hoofdgestel, samengesteld uit een gelede architraaf, een fries met dezelfde palmetmotieven en een houten kroonlijst op klossen. Afgezien van de inkomdeur van nummer 21, een houten vleugeldeur met siersmeedwerk en bovenlicht, is het volledige schrijnwerk vernieuwd. Het ontwerp voorzag guillotineramen en T-kozijnen met kleine roedeverdeling in het bovenlicht.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Door de grotere perceelsoppervlakte strekken de traphal en achterbouw van nummer 21 zich dieper uit. Volgens de bouwplannen bestaan beide woningen uit drie woongelegenheden. De benedenwoning bestaat uit de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw. De huurkwartieren op de bovenverdiepingen tellen elk twee kamers, op de tweede verdieping met extra zijkamertje, en een keuken annex wc in de achterbouw. Op nummer 21 beschikken de drie woongelegenheden aansluitend bij de keuken over een badkamer, op nummer 23 slechts over een ‘lavabo’.
Auteurs: Kint, Elisa; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Koninklijkelaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Samenstel in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307576 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.