Samenstel van vier identieke, twee aan twee gespiegelde burgerhuizen in beaux-artsstijl met Lodewijk XIII-inslag, opgetrokken op een kepervormige cluster van bouwpercelen tussen de Elisabethlaan en de Koninklijkelaan, nabij de kruising van beide lanen.
Opdrachtgevers van het vastgoedproject waren de broers René (1887-1980) en Gustaaf Peeters, eigenaars-uitbaters van een steenhouwerij en marmerbedrijf gevestigd aan de Kardinaal Mercierlei 24-28 in Berchem. Ernest Nagels, huisarchitect van de familie Peeters, tekende in 1923 het ontwerp van het geheel, dat in de loop van 1924 werd voltooid. Het gevelontwerp wijkt af van de uitgevoerde toestand, wat betreft de hoogte van de bow-windows, de vensterordonnantie, gevelgeleding en het decor.
De bouw van deze vier burgerwoningen is te situeren in de context van de verkaveling en aanleg van “nieuw Berchem” kort vóór en na de Eerste Wereldoorlog. Dit stadsdeel dat teruggaat op oude landgoederen en krijgsgronden werd ten zuiden van de Brialmontomwalling ingericht. In 1936 werden op de gelijkvloerse verdieping van Koninklijkelaan 25 veranderingswerken uitgevoerd onder leiding van architect Corneel Dirckx. Bij Koninklijkelaan 27 werden in 1950 twee kamers bijgebouwd op de tweede verdieping aan de tuinzijde. Het plan hiervoor werd opgemaakt door architect Jos Baeyens en aannemer Jules Somers voerde de werken uit. Voor de woningen Elisabethlaan 58 en 60 zijn geen verbouwingsdossiers teruggevonden.
Architect Ernest Nagels die het samenstel ontwierp, was in Antwerpen actief van begin jaren 1910 tot omstreeks 1940. Na zijn vroegste werk in beaux-artsstijl, waaronder zijn eigen woning aan de Van den Nestlei, paste hij tijdens het interbellum voor zover bekend systematisch de art-decostijl toe. Voorbeelden zijn het hotel Van den Heuvel aan de Jan Van Rijswijcklaan en de villa Verhaegen aan de Della Faillelaan en de Berkenlaan. In 1912 realiseerde Nagels voor Frans Peeters, de vader van de broers Peeters al een geheel van vijf burgerhuizen in beaux-artsstijl, samen met de steenhouwerij aan de Kardinaal Mercierlei. Het samenstel met Lodewijk XIII-inslag aan de Koninklijkelaan en de Elisabethlaan sluit hier nog bij aan. De broers Peeters lieten één van de panden aan de Kardinaal Mercierlei in 1932 door Nagels verbouwen tot een appartementsgebouw in art-decostijl. Ook ontwierp hij in 1928 de villa van Gustaaf Peeters aan de Della Faillelaan.
Zoals de bouwvoorschriften aan de Elisabethlaan en de Koninklijkelaan opleggen hebben de vier burgerhuizen een voortuintje. Deze voortuintjes zijn geheel of gedeeltelijk bestraat met beperkte beplanting, en nog met het oorspronkelijke smeedijzeren hekwerk omsloten.
De woningen zijn twee/drie traveeën breed en tellen drie bouwlagen onder een plat dak. Een parement van rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen wordt over twee bouwlagen doorbroken door bow-windows uit witte natuursteen en simili. Witte natuursteen is eveneens gebruikt voor de deuromlijsting, gevelornamenten, hoekblokken, sluitstenen, lekdrempels en de fries, ter accentuering van het metselwerk dat rust op een plint uit blauwe hardsteen. Bij Koninklijkelaan 27 is het gehele gevelvlak inclusief de plint overschilderd, waardoor het materiaalcontrast hier wegvalt.
De lijstgevels bestaan uit een brede venstertravee en een smalle inkomtravee. In de gevels ligt de nadruk op de oplopende bow-windows in de venstertravee, door slanke posten opgedeeld in drielichten. Daarvan is de gecanneleerde borstwering versierd met telkens drie plantenmedaillons. De inkomtravee wordt geaccentueerd door de karakteristieke geblokte deuromlijsting met getande latei en gestrekt entablement, vanaf een hardstenen bordes met drie treden. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met rechthoekige vensters op lekdrempels, elk gevat in een spaarveld. Op de eerste verdieping is de borstwering uit rollagen versierd met eenzelfde medaillon als de bow-window. Op de tweede verdieping rusten de doorgetrokken lekdrempels op klossen met guttae. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, versierd met ruitvormen in de casementen van de fries en onderaan de houten kroonlijst met klossen en tandlijst. Van de houten inkomdeuren met diagonale roeden in het bovenlicht en messing handgreep, zijn deze van Elisabethlaan 60 en Koninklijkelaan 25 vermoedelijk nog in oorspronkelijke staat bewaard. De twee overige lijken vernieuwd, evenals al het vensterschrijnwerk. Smeedijzeren voetschraper bij Koninklijkelaan 25.
Volgens de oorspronkelijke bouwplannen zijn de vier burgerhuizen onderkelderd en ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal met wc. De gelijkvloerse verdieping biedt verder ruimte aan een enfilade van salon, hall en eetkamer, die wordt geflankeerd door de keuken. Op de eerste verdieping bevindt zich een slaapkamer aan de straatzijde, middenin situeren zich de traphal en een kastenkamer en aan de tuinzijde zijn er nog twee kamers. De minder diepe tweede verdieping omvat een slaapkamer aan de straatzijde, en een extra kamer naast de traphal. Bij nummer 27 werden hier in 1950 twee extra kamers bijgebouwd.
Auteurs: Hüpscher, Erica; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Elisabethlaan
Is deel van
Koninklijkelaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Samenstel in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307577 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.