erfgoedobject

Buitenverblijf 't Seminariehof

bouwkundig element
ID
30760
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30760

Juridische gevolgen

Beschrijving

Zogenaamd "'t Seminariehof", volgens het naambord op de linker hekpijler. Voormalig buitenverblijf voor de seminaristen van Ieper - laatst genoemde was zetel van een bisdom van 1561 tot 1801-, gelegen onder de heerlijkheid van Krommenelst. Op 23 april 1798 werd het kasteel met afhankelijkheden - eigendom van het bisdom Ieper - als kerkgoed aangeslagen, en verkocht. Tot de Eerste Wereldoorlog werd het kasteeltje voornamelijk als zomerverblijf bewoond. De bijhorende kasteelhoeve, tussen spoorweg en kasteel, werd vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog en naderhand achter het kasteel, binnen de kasteelwal, herbouwd. Het kasteel zelf, erg beschadigd door oorlogsgeweld, werd na 1918 aangepast als hofstede en zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke trant hersteld. De kasteeldreef, eertijds afgezoomd met een dubbele bomenrij en uitlopend op de Poperingseweg, werd achteraf om praktische redenen verplaatst naar de Adriaansensweg. Thans, geasfalteerde erfoprit, gemarkeerd door bakstenen hekpijlers met entablement onder gecementeerde piramidale bekroning, met gietijzeren hekken en getoogd voetgangerspoortje links. Aansluitend bakstenen bruggetje over voormalige, nu grotendeels gedempte wal.

Centraal en verheven gelegen kasteeltje met voorliggend terras bereikbaar via bordestrap met treden van Atrechtse zandsteen. Gekasseid toegangsbord middenin symmetrisch aangelegde siertuintjes. Moestuintjes aan weerszij van vermeld bruggetje. Classicistisch dubbelhuis van negen op vier traveeën en één bouwlaag onder geknikt schilddak (mechanische pannen ter vervanging van de oorspronkelijke schaliënbeschieting), gedateerd 1758 door middel van chronogram "sIt sanCta CoraM Deo LaetItIa Vestra", zijnde "dat uw vreugde zij voor God", boven de hoofdingang. Deels onderkelderd gebouw van smalle, geschaafde gele bakstenen op sokkel van Atrechtse zandsteen. Gecementeerde fries, penanten, casementen en blinde vensters. Na de Eerste Wereldoorlog herstelde gedeelten, voornamelijk herkenbaar aan het jonger baksteengebruik en het breder voegwerk: naar beneden toe verlengde vensteropeningen met roodbakstenen lekdrempel in voor- en achtergevel; rechter vensteromlijsting en rechter hoekpilaster van de voorgevel; linker en rechter hoek van rechter zijgevel; linker hoekrisaliet en bovengedeelte van rechter hoekrisaliet van de achtergevel, bovengedeelte van de linker hoekpilaster van linker zijgevel. Daarnaast werd ook het houtwerk vernieuwd.

Sokkel voorzien van rechthoekige kelderopeningen in achter- en rechter zijgevel. Gevelritmering door middel van rechthoekige panelen waarin verdiepte, getoogde vensters- blind ter hoogte van de zijgevels - in een vlakke omlijsting met sluitsteen. Voor- en achtergevel getypeerd door twee traveeën tellende hoekrisalieten tussen geblokte hoekpilasters, en een middenrisaliet met rondboogdeur in een geblokte omlijsting, aan de voorzijde bekroond met driehoekig fronton. Kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Aflijnende houten kroonlijst. Rechter gedeelte van de achtergevel aangepast tot paardenstal, zie de tot staldeuren doorgetrokken vensters. Linker zijgevel: recente, rechthoekige deur in behouden, rondbogige deuromlijsting met strek onder platte en rollaag, aansluitend op de vensteromlijstingen. Behouden onderkeldering aan de noordkant: tweebeukige kelder verdeeld door drie korfbogige scheibogen op bakstenen pijlertjes en overkluisd door witgekalkte bakstenen tongewelven, aan de voorzijde; éénbeukige ruimte onder analoog gewelf, aan achterzijde.

Voorts, aangepast interieur. Achterliggend geasfalteerd erf, ten noordwesten begrensd door een dwarsschuur met rechts aanleunende stalvleugel van dertien traveeën, onder onderbroken zadeldak (nokrichting parallel aan het huis, mechanische pannen) met overstekende dakrand op houten modillons. Verankerde, donkere baksteenbouw. Houten schuurpoort met deurtje, onder balk; getoogde kelder- en stalopeningen met strekse latei en bakstenen lekdrempel. Indeling van links naar rechts: voormalig wagenhuis, thans dichtgemetseld onder I-balk, dorsvloer, tas, aardappelkelder, koeienstal met links melkhuis en bakhuis met oven.

Links aangebouwde garage onder I-balk en lessenaarsdak. Bakstenen putvaalt achter het stalgedeelte. Recente loods onder zadeldak (golfplaten), ten zuiden van het hof.

  • DUFLOU L., Het Klein-Seminariekasteeltje, in Iepers Kwartier, XII, nummer 1, 1976, p. 10-14.
  • DUFLOU R., Geschiedenis van Vlamertinge, Langemark, 1956, p. 146-147.

Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Buitenverblijf 't Seminariehof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30760 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.