Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in sobere beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag uit 1923 gebouwd in opdracht van Edmond Verbert (nummer 64) en Maurice Gallet (nummer 66), beide bediende van beroep. Uit het bouwdossier vallen de ontwerper noch aannemer af te leiden.
Gekoppeld volgens repeterend schema, omvatten de rijwoningen drie traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevels hebben een bekleding in imitatie-natuursteen, beschilderd in nummer 66, op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en met schijnvoegen op de begane grond, legt de gevelcompositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping geaccentueerd door een balkon op consoles met guttae, voorzien van een smeedijzeren borstwering in neorégencestijl. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De bovenvensters zijn gevat in vlakke omlijstingen met sluitsteen, oren en chutes, en rusten op individuele lekdrempels met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een gelede architraaf, een fries en een houten kroonlijst op klossen. Het schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is vernieuwd, in nummer 64 naar oorspronkelijk model. Ook van de voortuinafsluiting met hardstenen posten zijn de oorspronkelijk smeedijzeren hekken vernieuwd.
Volgens de bouwplannen hebben beide woningen een identieke plattegrond. Een enfilade van salon, kantoor en eetkamer annex terras beslaat de begane grond, geflankeerd door de inkom- en traphal, en de keuken annex wc. Georganiseerd rond de traphal omvat de eerste verdieping drie slaapkamers - de grootste gevelbreed aan straatzijde - en een badkamer. Op de tweede verdieping, mogelijk bestemd als huurkwartier, bevinden zich vier (slaap)kamers en een keuken. De kelderverdieping is ingedeeld in een koolkelder, provisiekelder en drie bergkelders.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 961#6951.