Dit brede burgerhuis in neoclassicistische stijl werd in 1846 ontworpen in opdracht van de arts Adolphe Burggraeve (Gent, 1806-Gent, 1902). Hij diende in hetzelfde jaar ook een bouwaanvraag in voor het naastliggende pand op nummer 9. Burggraeve was professor geneeskunde aan de Gentse universiteit, hoofdchirurg in het burgerlijk hospitaal de Bijloke, en zetelde als liberaal politicus van 1858 tot 1891 in de Gentse gemeenteraad. Verder lag hij als medeoprichter van de Société Royale d’Histoire Naturelle de Gand aan de basis van de Gentse Dierentuin, en nam hij het initiatief tot de eerste sociale woningbouwmaatschappij in Gent. In 1879 werd het perceel in opdracht van sigarenfabrikant E. Van der Haeghen- Vermeire naar de Hofstraat 8 uitgebreid met een binnenplaats en magazijn aan de straatkant.

Deze straatwand wordt gekenmerkt door een zeer homogene bebouwing van overwegend neoclassicistische rijwoningen, allen met gelijkaardige kroonlijsthoogte. Nummer 8 sluit aan bij het straatbeeld qua materiaalgebruik en stijl maar valt op door zijn grotere gevelbreedte.

De rijwoning telt drie bouwlagen boven een souterrain onder een zadeldak met pannen en de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een lage hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst op klossen. Het gevelvlak is ingedeeld in drie brede traveeën met rechthoekige gevelopeningen. De gelijkvloerse verdieping is sterk horizontaal geleed door diep ingesneden imitatiebanden die uitwaaieren boven de gevelopeningen. Aan de linkerzijde is een rijk versierde houten vleugelpoort met tweeledig bovenlicht uitgewerkt. Rechts van de poort zijn er twee vensters met hardstenen vensterdorpel boven een dito borstwering waarin onderaan een keldervenster met smeedijzeren dievenijzer ingewerkt is. Het gevelvlak van de bovenverdiepingen wordt geflankeerd door twee hoeklisenen met imitatiebanden. Alle vensters hebben een geprofileerde lijst met oren en bevatten T-ramen. De hoge vensters op de eerste verdieping zijn onderaan afgeschermd door een rijkversierde smeedijzeren balustrade tussen de dagkanten. De ramen zijn wellicht verlaagd en bovenaan afgewerkt met een houten paneel.

Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.