De Oude Kassei is een 520m lange kasseiweg op de grens tussen het gehucht Helen-Bos en Zoutleeuw. Vanaf de 17de-eeuwse Bethaniakapel begint de verharding in kassei. Een klein stuk van het traject volgt de Vloedgracht, een belangrijke afwateringsgracht parallel aan de Kleine Gete. De toegang tot de Bethaniakapel is verhard in Tiense kwartsiet. Rond de kapel werd in 1975 een strook kassei in porfier aangelegd. De rest van het tracé dat verder in noord-westelijke richting reikte, werd al voor 1871 met kasseien verhard. Die bestaat vandaag grotendeels uit graniet met Tiense kwartsiet als bijmenging. Het traject maakte deel uit van de 18de-eeuwse uitvalswegen rond Zoutleeuw, zoals te zien op de Villaretkaart. Tegen 1886 was de hele weg tussen Zoutleeuw en Drieslinter verhard. Tussen 1969 en 1981 werd dit traject gestroomlijnd: de winkelhaak bestaande uit de Oude Kassei en een stuk van de Kruisveldstraat werd recht getrokken, waardoor de Oude Kassei sindsdien niet meer werd opgeschaald. Te zien aan de begroeiing op de kasseistrook wordt hij nog weinig gebruikt. De weg is gedeeltelijk met aarde afgedekt. De kasseien zijn enkel nog zichtbaar in de wielsporen en de boordstenen zijn onder de grasbermen verdwenen. Vermoedelijk is de weg 280cm breed. Een meidoornhaag staat op de perceelsscheiding tussen de weide en de weg. Een oudere benaming van de kasseiweg is Gelansstraat of buurtweg nr. 6 (Atlas der Buurtwegen).
Bij de Bethaniakapel takte de Oude Kassei aan op de ‘Heerweg tussen Tienen en Zoutleeuw’, die tot in de 18de eeuw een belangrijke verbindingsweg was. Hij ontleende zijn belang aan het feit dat de heerweg over het interfluvium tussen de Grote en de Kleine Gete liep. In tegenstelling tot de wegen in de valleien bleef deze verbinding ook in de winter droog.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)