De Van Belleghemdreef is reeds bekend als private toegangsdreef naar het 'Goed te Marke' sinds de 16de eeuw, maar kan beslist nog ouder zijn vermits de oudste vermelding van deze hoeve teruggaat tot 1345. De dreef is vernoemd naar de familie Van Belleghem die van 1665 tot 1898 steeds een belangrijke rol heeft gespeeld in het bestuur van de gemeente Marke. Deze familie van secretarissen, baljuws, schepenen en burgemeesters, bewoonde ook lange tijd het ‘Goed te Marke’. In de 19de eeuw was de dreef eigendom van de adellijke familie Bidez de Granville, renteniers uit Rijsel, die de titels van heer van Marke en Rekkem voerden. In 1890 kwam Alois Dekimpe op het ‘Goed te Marke’ wonen en sindsdien is de hoeve in de volksmond bekend als ‘Hoeve Dekimpe’.
Op basis van historische foto’s blijkt dat de Van Belleghemdreef oorspronkelijk halfverhard was en beplant met twee rijen van opgaande populieren of abelen. Deze aanplant volgt ongetwijfeld op een traditie van vroeger aangeplante bomenrijen, al of niet van dezelfde soort. Aan de zuidzijde van de dreef, tegenover een nieuwe toegang tot het 'Kasteel Blommeghem' werd in 1946 de 'Kapel Onze-Lieve-Vrouwe van Bijstand' gebouwd. De nabije omgeving bleef nog onbebouwd tot omstreeks 1949. De dreef werd naar verluidt in 1952 verhard en de ruime woonverkavelingen werden daarna, in 1960-61 gerealiseerd. De heraanplant van de Van Belleghemdreef met de huidige opgaande lindebomen dateert heel waarschijnlijk van deze periode, mogelijk van iets daarna. In de zone voor het ‘Goed te Marke’ werd een ruime pleinverharding aangelegd en werden geen bomen meer aangeplant.
De opgaande bomenrijen in de dreef hebben een variabele leeftijdsopbouw, met deels oorspronkelijk aangeplante bomen, deels met later ingeboete exemplaren en deels met heraangeplante bomen in het kader van de dorpskernheraanleg van na 2005. In de noordelijke bomenrij staan nog tien opgaande linden en ontbreken vijf plantposities. Bij het begin van de dreef, aan de zijde van de dorpskern, zijn buiten de oorspronkelijke belijning van de dreef, drie exemplaren aangeplant die jonger zijn. In de zuidelijke bomenrij staan er vijftien opgaande linden en ontbreekt één plantpositie. Ook in deze rij zijn aan de zijde van de dorpskern, drie exemplaren aangeplant die jonger zijn. Heel wat exemplaren hebben grote snoeiwonden en kennen een sterke schuingroei, hoofdzakelijk door schaduwdruk vanuit het park van het ‘kasteel Blommeghem’.
- BONCQUET P. & DECALUWÉ C. 1986: Marke, Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk, 2, Tielt, 68-69.
- DESPRIET P. (red.) 1980: Marke, Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen, Kortrijk.
- DESPRIET P. 1986: Twintig Zuidwestvlaamse hoeven, 3, Kortrijk.
- VAN HOONACKER E. 1986: Duizend Kortrijkse straten, Kortrijk.