erfgoedobject

Weerstandsnest Waldersee uit de Tweede Wereldoorlog

archeologisch / bouwkundig element
ID
307742
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307742

Juridische gevolgen

Beschrijving

Duits weerstandsnest uit de Tweede Wereldoorlog, met een uitgebreid gamma aan militaire infrastructuur zoals een geschutkazemat, loopgraven, bunkers en mitrailleurposten, open beddingen en accommodatie voor de manschappen. Deze relicten situeren zich zowel bovengronds als ondergronds. De site, ongeveer 520 meter breed, is gelegen in de Zeebermduinen, op grondgebied Oostduinkerke, ten westen van Groenendijk-Bad. De site situeert zich tussen het strand en de Albert I-laan (Koninklijke Baan), net ten westen van het Koningin Elisabethinstituut.

Een Widerstandsnest van de Atlantikwall

De Atlantikwall was een imposante Duitse verdedigingsstelling langs de westelijke kusten van Europa, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd uitgebouwd met talrijke geschutstellingen, bunkers, loopgraven en andere structuren. Deze verdedigingswerken werden ingeplant in steunpunten van verschillende grootte, sterkte en samenstelling, al naargelang de strategische waarde die aan de plaats werd toegekend. Zowel de landmacht, de zeemacht als de luchtmacht bouwden hun eigen steunpunten uit. Een Widerstandsnest vormde het kleinste type infanteriesteunpunt in de Atlantikwall. De bezetters van dergelijk weerstandsnest moesten in staat zijn om zich rondom rond te verdedigen aan de hand van lichte infanteriewapens. Deze Widerstandsnester werden vaak ingericht langs de freie Küste tussen zwaar verdedigde steunpunten in, zoals ten westen van Stützpunktgruppe Ostende. WN Waldersee werd opgetrokken in de Zeebermduinen nabij Groenendijk-Bad. Ten zuidwesten van het weerstandsnest was een mijnenveld aangelegd, aan de andere zijde was de grotere batterij van HKB Groenendijk-Plage ingericht. Wellicht werden er vanaf 1942 verdedigingswerken in WN Waldersee opgetrokken, in eerste instantie ten behoeve van de verdediging van de kust tegen een vijandelijke invasie.

De geïdentificeerde verdedigingswerken op de site wijzen er op dat het Widerstandsnest vrij integraal bewaard is. De geïdentificeerde verdedigingswerken op de site blijken heel typische infanteriewerken te zijn, waaronder loopgraven, geschutstellingen, mitrailleur- en observatieposten, stellingen voor antitankgeschut, bunkers en accommodatie voor de manschappen.

Het weerstandsnest werd ingeplant in de duinen, ter hoogte van en net achter de overgang tussen duin en strand, zodat een verdediging van het strand mogelijk was. De duinen vormden hierbij een topografische context die specifieke mogelijkheden bood naar inplanting en camouflage toe: verdedigingswerken konden vrij gemakkelijk onder zand gebracht worden, schuilplaatsen konden tussen en achter hogere duinhellingen ingeplant worden, terwijl geschutbeddingen dan weer best op hogere duintoppen aangelegd werden. Vandaag is de constellatie aan duinen inmiddels gewijzigd door stuivend zand.

De inplanting van de verdedigingswerken

Aan de hand van de specifieke inplanting van de verdedigingswerken kan de militair-geografische logica van de site vastgesteld worden. Hiermee wordt de wijze bedoeld waarop de verdediging van het weerstandsnest was georganiseerd, ter verdediging van het kustfront en van het landfront.

Het meest iconische verdedigingswerk op de site, de geschutkazemat type 612, werd flankerend in de voorste duinenstrook opgetrokken voor veldgeschut waarmee de kust ten westen van Nieuwpoort onder vuur genomen kon worden. In deze voorste duinenstrook kunnen ook mitrailleurposten van het type VF 3 teruggevonden worden, van waaruit rondom rond gevuurd kon worden. In functie van de verdediging van het kustfront tegen een geallieerde invasie waren er in eerste lijn ook veel open beddingen ingericht, ten behoeve van diverse soorten wapens en wellicht ook voor een zoeklicht. Ook dieper in het weerstandsnest kunnen er verdedigingswerken teruggevonden worden, die gericht waren op het kustfront, zoals de open bedding voor een 5cm KwK antitankkanon. Andere open beddingen langs de zuidwestelijke, zuidelijke en zuidoostelijke zijde van het weerstandsnest waren dan weer gericht op het landfront. Rondom rond het weerstandsnest waren ten slotte kleine mitrailleur- en observatieposten van het type Tobruk ingeplant, terwijl het weerstandsnest langs alle zijden werd omgeven met prikkeldraadversperringen.

Betonnen schuilplaatsen voor manschappen, commandoposten en munitieopslagplaatsen bevonden zich meer centraal in het weerstandsnest. Behalve een betonnen loopgraaf werden vele sporen van een bakstenen loopgraafsysteem in het voorste deel van het weerstandsnest teruggevonden. Andere bakstenen constructies dienden wellicht voor de accommodatie voor de manschappen of voor de opslag van munitie. Een wachthuisje was opgesteld langs een pad aan de achterzijde van het weerstandsnest, net binnen de afbakening van de prikkeldraadversperringen. Via loopgraven stond een deel van deze verdedigingswerken ook fysiek in relatie tot elkaar.

Regelbauten

Omwille van de immense schaal en van efficiëntie werd de Atlantikwall opgebouwd aan de hand van zogenaamde Regelbauten of standaardontwerpen, waarbij ook alle benodigde bouwmaterialen en inrichtingselementen, maar ook het aantal benodigde manuren op voorhand waren berekend. In het Widerstandsnest Waldersee is een hele resem aan Regelbauten terug te vinden, elk met hun eigen kenmerken. Deze standaardontwerpen kunnen dus onderling grote verschillen vertonen naar bouwsterkte, gebruikte bouwmaterialen, indeling, kenmerken, functie, enzovoort.

Veel bewaarde verdedigingswerken op de site zijn opgetrokken aan de hand van gegoten beton. Maar ook geprefabriceerde betonnen bouwelementen werden veelvuldig gebruikt. Bij de geschutkazemat type 612 en bij een loopgraaf werden bijvoorbeeld geprefabriceerde betonstenen gebruikt. Voor het dak van constructies uit de VF-reeks en van bakstenen constructies werden dan weer geprefabriceerde balken uit spanbeton gebruikt, Hoyerbalken genoemd. Eén schuilplaatsje voor één persoon, aangeduid met Deckungsloch, bestond dan weer uit louter drie op elkaar geplaatste zeshoekige betonstenen met centraal een ellipsvormige opening. Het betonnen wachtpostje, dat langs het toegangspad aan de achterzijde van de site werd ingeplant, is een volledig geprefabriceerd type.

Andere structuren in het weerstandsnest werden dan weer in baksteen opgetrokken, zoals het merendeel van de teruggevonden loopgraven en gebouwtjes die wellicht als accommodatie voor de manschappen of als munitienisje bedoeld waren. Soms werden bouwmaterialen gecombineerd, zoals bij de mitrailleurposten van het type VF 3: deze zijn opgetrokken aan de hand van gegoten beton en geprefabriceerde Hoyerbalken, terwijl de schietopeningen aan de hand van baksteen werden gecreëerd.

Hoewel de Regelbauten in principe gestandaardiseerd werden opgetrokken, vertonen ze soms specifieke kenmerken in functie van hun concrete inplanting. De noordwestelijke zijmuur van de geschutkazemat type 612, dit is de muur die het meest aan de te verwachten vijandzijde werd blootgesteld, is bijvoorbeeld opmerkelijk sterker uitgebouwd dan de zijmuur aan zuidoostelijke zijde. Het veelvuldig gebruik van scherfmuren om de toegangen tot heel wat bunkers te beschermen vormt een andere illustratie.

Net zoals in de bunker type 502 zijn er wellicht ook in andere, nu ondergrondse bunkers inrichtingselementen bewaard. Naast opschriften en inscripties verwijzen deze elementen naar de concrete bezetting van deze constructies en verhogen ze dus de authenticiteit.

Sommige structuren zijn heel zeldzaam en komen voor zover geweten nergens anders terug langs de Belgische kust. De eerder vermelde mitrailleurposten van het type VF 3 bijvoorbeeld zijn voor zover gekend uniek voor de Belgische kust. Ook de Ringstand voor tankkoepel zou nergens anders langs de Belgische kust voorkomen.

De Regelbauten werden op verschillende momenten ontwikkeld en gebruikt. Deze types zijn doorgaans gerelateerd aan een specifieke fase in de aanleg van de Atlantikwall en vertellen indirect meer over het verloop van de oorlog. Een groot deel van de geïdentificeerde structuren kan gelinkt worden aan specifieke bouwprogramma’s en bunkerreeksen, zoals de 500-reeks in het kader van de Westwall, de VF-reeks in het kader van de Neue Westwall of het Schartenbauprogramm in het kader van de lancering van de Atlantikwall.

De Westwall was een Duitse verdedigingslinie met bunkers die werd aangelegd langs de westelijke grenzen van Duitsland. Het bunkertype 502, zoals terug te vinden in WN Waldersee, was bijvoorbeeld een Regelbau van de Westwall, dat in 1939 werd ontwikkeld. Dit bunkertype zou in november 1942 vervangen worden.

Op de site zijn er meerdere bunkertypes van de VF-reeks terug te vinden, waaronder de VF 2a, VF 3 en VF 7. Deze bunkertypes werden in februari 1942 ontwikkeld in het kader van de Neue Westwall, waarmee Hitler de feitelijke aanzet gaf tot de uitbouw van de Duitse verdedigingsstelling langs de westelijke kusten van Europa. VF staat voor verstärkt feldmäβig, waarmee constructies met betonnen muren tussen één en twee meter dikte worden bedoeld. Het dak bij de constructies uit de VF-reeks rustte meestal op Hoyerbalken, geprefabriceerde balken uit spanbeton. Een ander massaal gebouwd type verdedigingswerk die in deze fase werd geïntroduceerd, is de Tobruk. Dit klein type mitrailleur- en observatiepost is minimum acht keer terug te vinden langs de randen van het weerstandsnest.

Omwille van schaarste aan kanonnen werd daar waar mogelijk geschut gerecupereerd en in specifieke constructietypes ondergebracht. De Ringstand voor tankkoepel en de geschutbedding voor een 5cm antitankkanon, beiden terug te vinden op de site Waldersee, zijn hier mooie voorbeelden van.

De grote geschutkazemat van het type 612 is dan weer een typische geschutkazemat uit de 600-reeks, die in verschillende fasen werd uitgegeven naar aanleiding van de lancering van het eigenlijke Atlantikwall-programma in augustus 1942. Hitler hield toen meer en meer rekening met een geallieerde landing op de westelijke kusten van het Duitse Rijk. Het Atlantikwall-programma, dat de bouw van 15.000 bunkers beoogde, leidde tot immense bouwactiviteiten maar zou nooit volledig gerealiseerd worden. Het programma werd verlengd en onderverdeeld in vier afzonderlijke bouwprogramma’s, elk met een eigen focus. De massale bouw van geschutkazematten van het type 612 kaderde in het zogenaamde Schartenbauprogramm, waarbij beoogd werd om alle tactisch belangrijke functies, waarmee dan vooral het geschut bedoeld werd, te beschermen vanuit de lucht. Regelbau 612 was een relatief eenvoudig type geschutkazemat dat maar liefst 740 keer zou opgetrokken worden langs de Atlantikwall.

De sterkte van de geschutkazemat type 612 staat in schril contrast met de bewaarde betonstenen voor een Deckungsloch. Dergelijke geprefabriceerde betonstenen werden vanaf 1944 per drie op elkaar geplaatst om een schuilplaats voor één man te vormen. Zeker naar het einde van de oorlog toe werden kleine, transporteerbare constructies massaal in de steunpunten ingeplant. Met de dunne betonnen wanden en een binnenruimte van nauwelijks 80 op 57 centimeter groot is het maar de vraag in hoeverre dergelijke verdedigingswerken effectief bescherming boden.

De impact van de Atlantikwall

WN Waldersee vormde één van de vele bunkersites langs de Belgische kust. De bouw van de vele bunkersites had een aanzienlijke impact op het dagelijks leven van de lokale bevolking. De zone waar de Atlantikwall werd opgetrokken, werd Sperrgebiet of verboden gebied voor de lokale bevolking. Nog meer dan elders in het binnenland werd de bevolking aan de kust onderworpen aan allerlei regels. Duitsers werden bijvoorbeeld verplicht ingekwartierd. Ook de lokale economie leed onder de Atlantikwall, omdat deze onder meer de doodsteek van de visserij of het toerisme betekende. Anderzijds konden vele lokale handelaars profiteren van de aanwezigheid van talrijke Duitse manschappen die de diverse steunpunten uitbouwden of bezetten.

De bunkers van de Atlantikwall dragen een beladen historiek met zich mee. Ze werden opgetrokken onder leiding van de Organisation Todt, die vaak opdrachten uitbesteedden aan aannemers of onderaannemers, die op hun beurt heel wat mannen en vrouwen uit de regio ‘vrijwillig’ tewerkstelden. Anderen werden verplicht tewerkgesteld. Ten slotte waren er ook dwangarbeiders, zoals krijgsgevangenen, Joden of politieke gevangenen: zij kregen geen loon, leefden in gevangenschap en genoten geen enkele handelingsvrijheid. De vele bunkers van de Atlantikwall werden vaak opgetrokken in weinig benijdenswaardige omstandigheden.

Omwille van het strategisch belang van de kustlijn en de aanwezigheid van vele verdedigingswerken werd de kustzone dan ook vaak gebombardeerd door de geallieerden. Omgekeerd veroorzaakten vele militaire bouwwerken veel leed aan de geallieerde troepen en vertraagden ze in aanzienlijke mate de bevrijding van onder meer het Belgische grondgebied. WN Waldersee werd vermoedelijk rond 5 of 6 september 1944 verlaten. De aftrekkende troepen hebben alle kanonnen ter plaatse opgeblazen. De schade aan de binnen- en achterzijde van de grote bunker type 612 is vermoedelijk het gevolg van deze vernielingen. De kustbatterij van de landmacht Groenendijk-Plage, dat aan noordoostelijke zijde grensde aan WN Waldersee werd in juni 1944 gebombardeerd. Tegelijk werd vanuit deze batterij in september 1944 hardnekkig verzet geboden tegen de Canadese bevrijdingstroepen. Mogelijk liepen enkele verdedigingswerken van WN Waldersee tijdens deze gevechten nog bijkomende schade op.

  • Brussel, Koninklijk Legermuseum, Fonds 67, doos 14; Fonds militaire luchtfoto’s WOI; Fonds militaire stafkaarten.
  • Brussel, Vlaamse overheid, departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Algemene Technische Ondersteuning, doos 88, doos 193.
  • Edingburgh, National Collection of Aerial Photography.
  • Oostende, Archief Raversyde, digitaal archief; Fonds militaire stafkaarten; Archiefdozen Atlantikwall, AW R13, AW R20, doos Atlantikwall 1940-1944. Afbreken bunkers MOW.
  • The U.S. National Archives and Records Administration, RG 373.
  • DECOODT H. 2010: Het domein Raversijde met oorlogsrestanten van de Batterij Aachen, Stützpunkt Bensberg en Batterij Saltzwedel-neu (Stützpunkt Tirpitz) en koninklijk erfgoed. Onuitgegeven inhoudelijk dossier, horend bij het beschermingsdossier.
  • Topografische kaart van het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw, 1950-1970, 1/5.000, digitaal ter beschikking gesteld door het Agentschap Informatie Vlaanderen.
  • Digitaal hoogtemodel Vlaanderen II, DTM raster 1m, ingewonnen over de periode 2013-2015, digitaal ter beschikking gesteld door het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen.
  • FRANCART P. 1988: La Côte Belge 1940/1944. Le mur de l’Atlantique. Tome 1, Ganshoren.
  • HOUTERMAN J.N. & SAKKERS H. 1990: Bijlagen bij Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw en strijd, 1942-1944, Middelburg.
  • PHILIPPART F., PEETERS D. & VAN GEETRUYEN A. 2004: De Atlantikwall. Van Willemstad tot de Somme. Een gids langs de Duitse verdedigingslinie van de Tweede Wereldoorlog, Tielt.
  • PHILIPPART F. 2014: Atlantikwall: bunkers van de Tweede Wereldoorlog in België, Gent.
  • PYLYSER J.-M. 1995: Kustvolk in de vuurlijn. 1. De Vluchtschans, 1939-1940, Middelkerke.
  • PYLYSER J.-M. 2003: Kustvolk in de vuurlijn. 3. De Atlantik Wall, 1942-1944, Middelkerke.
  • ROLF R. 1998: Der Atlantikwall. Die Bauten der deutschen Küstenbefestigungen 1940-1945, Osnabrück.
  • ROLF R. 2008: Atlantikwall-Typenheft. Atlantic Wall Typology. Typologie du Mur de l’Atlantique, Middelburg.
  • ROLF R. 2014: Batteries and bunkers, Middelburg.
  • SAKKERS H. & HOUTERMAN J.N. 1991: Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw en strijd 1942 – 1944, Middelburg.
  • WILLIAMS P. 2013: Hitler’s Atlantic Wall. Normandy, Barnsley.
  • Informatie en illustraties, bezorgd door Pierre Nowak op 12 september 2019, 29 september 2019, 16 oktober 2019, 23 oktober 2019, 9 maart 2020.
  • Informatie mondeling meegedeeld door Dirk Jonckheere, diensthoofd technische dienst, Koningin Elisabethinstituut, 13 november 2019.

Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Duinen van Ter Yde, Hannecartbos en Oostvoorduinen


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Weerstandsnest Waldersee uit de Tweede Wereldoorlog [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307742 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.