De steenweg tussen Deinze en Aalter (N409) wordt langs weerszijden geflankeerd door een opgaande beplanting van zomereik (Quercus robur) en bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’). Het voorkomen van de bomen langs deze weg is heel divers. In bepaalde segmenten van de weg kan men nog spreken van een dreefaspect. In andere segmenten is de wegbeplanting eerder verspreid of volledig verdwenen.
Dit weinig coherente beeld in de wegbeplanting wordt wellicht deels bepaald doordat de steenweg in verschillende periodes is aangelegd. Daarna zijn ook nog aanpassingen aan het tracé gebeurd om een meer rechtlijnig wegverloop te verkrijgen. De twee segmenten van wegbeplanting die goed bewaard zijn gebleven, vinden we terug tussen Zeveren en Vinkt en ter hoogte van de Poekebeek.
Langs de volledige lengte van de steenweg tussen Deinze en Aalter zijn er aan de buitenzijde van de bomenrijen langsgrachten aangelegd. De bomen zijn aangeplant aan de toprand van deze grachten. Wellicht is de weg later verbreed waardoor de bomen momenteel in een smalle wegberm staan.
De bomen die langs steenwegen werden aangeplant hadden verschillende nutsredenen. Ze markeerden het wegtracé in de winter zodat de passage veiliger werd. Ze boden beschutting tegen regen en wind. In de zomer zorgden ze voor schaduw voor de reiziger. De houtopbrengst van de kaprijpe bomen hielp de overheid in het bekostigen van de aanleg en het onderhoud van de weg. Daarnaast waren er ook esthetische redenen om bomenrijen langs wegen aan te leggen.
In de 19de eeuw legde men, op grondgebied van Zeveren, een weg aan tussen Zeveren en Vinkt, genaamd “Chaussee de Vynckt”. De weg wordt voor het eerst vermeld op de Poppkaart (1842-1880) en maakte de verbinding met de “Deynschen weg” op grondgebied van Lotenhulle.
In het huidige straatbeeld markeren opgaande bomenrijen van eik deze steenweg. In de onbebouwde delen tussen de woonkernen zijn de meeste bomen behouden. Net buiten de dorpskom van Zeveren (richting Vinkt) is het dreefaspect goed bewaard gebleven.
Tussen Vinkt en Lotenhulle bestaat de wegbeplanting uit eiken en beuken. Relicten van oude straatbomen langs deze steenweg komen eerder verspreid voor, met uitzondering van het gedeelte waar de Poekebeek dichtbij de steenweg stroomt en verderop richting Lotenhulle. Hier is het typische profiel van de steenweg met straatbomen wel nog goed bewaard gebleven.
Uit cartografisch onderzoek kan worden vastgesteld dat dit wegsegment na de tweede helft van de 19de eeuw is heraangelegd. Pas nadien werd de bocht in de steenweg (de huidige Heirstraat) rechtgetrokken. De bomen dateren wellicht ook uit deze periode. In dit segment is het dreefaspect beter behouden dan in andere segmenten van de weg. De wegbeplanting bestaat hier hoofdzakelijk uit beuk.
Auteurs: Schepens, Annelies; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Lotenhulle
Is deel van
Vinkt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenweg Deinze-Aalter met wegbeplantingen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307744 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.