Meergezinswoning in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de heer J. Van Eerdewegh, naar een ontwerp door de aannemer Victor Loots uit 1910. Tot het bouwprogramma behoorde een paardenstal met voerderswoning en hooizolder achteraan op het perceel.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een vooraan gemansardeerd zadeldak (nok parallel aan de straat). De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, kleurrijk geaccentueerd door wit, blauw en zwart geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en lisenen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de hoge geprofileerde plint, schamppalen en lekdrempels, witte natuursteen voor de puilijst en boogaanzetstenen.
Horizontaal geleed door de puilijst en axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet, dat in kolossale orde wordt gemarkeerd door een spiegelbogig spaarveld en lisenen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van steekboogopeningen met cordonvormende of individuele lekdrempels. De borstweringen worden geaccentueerd door balusters op de eerste verdieping, en panelen van keramiektegels met een bloemmotief op de tweede verdieping. Deze laatste zijn ook toegepast in de bekronende fries, geflankeerd door gietijzeren leeuwenkoppen (steigergaten). Een gekorniste houten kroonlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapel met driehoekig fronton boven het risaliet. Het originele houten schrijnwerk van de inkomdeur met siersmeedwerk en de vensters met typische roeden en gehamerd glas is bewaard; vernieuwde inrijpoort.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de klassieke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, met de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw, geflankeerd door de doorrij naar de paardenstal en voerderswoning op de binnenplaats. De eerste verdieping vormt een huurkwartier dat uit vier kamers bestaat, met de keuken in de achterbouw. Ook de tweede verdieping omvat vier kamers, met een wasbak en wc op de overdekte ‘cour’ in de achterbouw. Onder het dak bevinden zich drie mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#1390.