Appartementsgebouw in gematigd modernistische stijl, opgetrokken in opdracht van Alphonse Portier, naar een ontwerp door Victor Vermeulen uit 1935 (gevelinscriptie). De architect was actief vanaf de vroege jaren 1920 - in associatie met M. Podevijn tussen 1928 en 1931 - tot in de naoorlogse periode. Zijn oeuvre uit het interbellum is voor zover gekend beperkt in omvang en weinig opmerkelijk. Het appartementsgebouw Portier onderscheidt zich als gaaf en representatief voorbeeld van het baksteenmodernisme met decoratieve kenmerken, dat Vermeulen in het midden van de jaren 1930 beoefende.
Het gebouw met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is opgedeeld in een betegelde pui op een dorpel uit blauwe hardsteen, en een bovenbouw met een gelaagd baksteenparement in combinatie met witte natuursteen. Contrasten in materiaal, kleur en reliëf, bepalen het gestroomlijnde, plastische karakter van de opstand, waarvan de nadrukkelijk horizontale geleding in de middenas wordt gemarkeerd door het uitgesproken verticale accent van het trappenhuis. Brede banden uit ivoorkleurige baksteen in halfsteens verband voor het lopende metselwerk, alterneren met penanten uit bruine baksteen in tegelverband, beide met schaduwvoegen. Witte natuursteen is gebruikt voor de puilijst, het halfronde trappenhuis, de lekdrempels en waterlijsten.
Bekleed met bruine en ivoorkleurige keramische tegels, beantwoordt de pui aan een symmetrisch schema. Het wordt in de middenas bepaald door het gedrukte inkomportaal, gevat tussen halfronde pilotis uit gewapend beton. De gespiegelde winkelpuien met terugwijkend zijportaal worden belijnd door een getrapte houten kroonlijst. Vanaf de puilijst wordt de bovenbouw in de middenas gemarkeerd door het halfronde trappenhuis met oplopende beglazing in stalen schrijnwerk, dat boven de kroonlijst is doorgetrokken en wordt bekroond door een halfrond topstuk. De zijtraveeën onderscheiden zich door een gelaagde opbouw met brede raampartijen gevat tussen rond geprofileerde waterlijsten. Drie horizontale ribben uit metselwerk markeren de fries onder de breed uitkragende, houten kroonlijst. Originele houten inkomdeur met horizontale ijzeren roeden voor de beglazing.
De U-vormige plattegrond is georganiseerd rond de centraal ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond twee winkels, elk met een kantoor, bergplaats en wc. De bescheiden appartementen op de bovenverdiepingen, twee per etage, bestaan uit twee kamers en een keuken annex pomphuis, en een overdekt terras met wc.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#3297.