Meergezinswoning in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, gebouwd in opdracht van J. Vreys, naar een ontwerp door de architecten Peirsman & Cie uit 1908, in de gevel gedateerd 1909. Van dit architectenbureau is in Antwerpen slechts één ander bouwproject teruggevonden, een burgerhuis uit 1912 in de Somersstraat. Het gebouw is representatief voor het type meergezinswoning dat in de jaren 1900-1910 op het ‘Eilandje’ werd opgetrokken, vaak als onderdeel van eenheidsbebouwing.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning vijf bouwlagen onder een mansardedak (leien). De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door witte Silezische brikken voor speklagen en turkoois geglazuurde baksteen voor ontlastingsbogen. Blauwe hardsteen en witte natuursteen zijn gebruikt voor de pui, waterlijst, speklagen, imposten, sluitstenen, lateien, lekdrempels en kraagstenen.

De winkelpui met geblokte posten vanaf de plint, en een vitrine tussen het zijportaal en de privé-inkom, wordt bekroond door een houten art-nouveau-entablement met een bewerkte fries en gekoppelde consoles. Horizontaal geleed beantwoordt de bovenbouw aan een regelmatig ordonnantieschema, met een afwijkende detailafwerking per bouwlaag. De eerste verdieping onderscheidt zich door rondboogvensters met sluitstenen, doorgetrokken imposten en individuele lekdrempels met spuwer, en een balkon met een draagstructuur van ijzeren I-balken en een gebuikte, gietijzeren borstwering. Gevat tussen waterlijsten wordt de tweede verdieping in de borstwering geaccentueerd door rankwerkreliëfs met mascarons uit witte natuur- of kunststeen. Een zelfde doorlopend paneel met een breed uitwaaierende cartouche waarin het bouwjaar “1909” markeert op de derde verdieping de borstwering. De vierde verdieping wordt geritmeerd door lisenen op gekoppelde, getrapte kraagstenen, en draagt guirlandepanelen boven de vensterlateien. De alternerend rechthoekige en getoogde vensters van de drie bovenste verdiepingen hebben dezelfde individuele lekdrempels en een bewerkte latei of archivolt. Een sterk geprofileerde houten kroonlijst op gekoppelde consoles vormt de gevelbeëindiging. Oorspronkelijk werd de centrale dakkapel geflankeerd door oeils-de-boeuf; vernieuwd schrijnwerk.

Volgens de bouwplannen wordt de begane grond ingenomen door de winkel, en vormen de bovenverdiepingen bescheiden huurkwartieren. Deze bestaan op de eerste verdieping uit drie kamers, op de tweede tot vierde verdieping en de mansarde uit twee kamers.