erfgoedobject

Verreries J.B. Gaasch

bouwkundig element
ID
307895
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307895

Beschrijving

Historiek en context

Pakhuis in art-decostijl opgetrokken in opdracht van de glashandel Verreries J.B. Gaasch, naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1923. De werken werden in de loop van 1924 uitgevoerd door het Berchemse aannemersbedrijf P. Lecluyse & Zonen, concessionarissen van het gewapend-betonsysteem Hennebique. Gepland met drie bouwlagen, werd tijdens de bouw nog een vierde bouwlaag toegevoegd. Tot het bouwproject behoorde ook het rechts aanpalende burgerhuis Oudesteenweg 35, dat later is verbouwd. Het pakhuis werd in 2003-2004 gerenoveerd tot lofts naar ontwerp van Architectuurgroep Jo Peeters, en vervolgens aangevuld met nieuwbouwflats op de aanpalende en achterliggende terreinen.

De Luxemburger Jean Baptiste Gaasch (Lenningen, 1879-Antwerpen, 1936) vestigde zich in 1906 in Antwerpen en huwde er in 1907 met Victorine Cécile Marguerite Wolter (Antwerpen, 1886-Antwerpen, 1948). Met een voorschot op zijn erfenis ging hij van start met een handel voor de levering van glazen flessen aan bierbrouwers, limonade- en mineraalwaterfabrikanten, evenals bakken, beugel-, vijs- en kroonstoppen, en natuurlijk koolzuur. Uit deze laatste activiteit kwam het bedrijf La Carbonique Belge voort, met een productiesite in Schoten. Verreries J.B. Gaasch was minstens sinds 1920 gevestigd aan de Oudesteenweg. Gelijktijdig met het pakhuis realiseerde het architectenbureau Cols en De Roeck op het binnenterrein een nieuw kantoorgebouw (gesloopt). Na het overlijden van Gaasch in 1936, kwamen zijn zoon en schoonzoon aan het hoofd. Het bedrijf dat in de jaren 1970 verhuisde naar Mollem, is tot op vandaag actief onder de naam Gaasch Packaging, geleid door de vierde generatie van de familie Gaasch.

Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, aanvankelijk overwegend in traditionalistische stijl, later ook met invloeden van de art deco. Tot de belangrijkste realisaties uit de late jaren 1920 behoren het Century Hotel aan de De Keyserlei, de automobielfabriek van de Ford Motor Company op de Noorderlaan, en de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Heilige Lodewijk in Berchem. Omstreeks 1930 verplaatste het zwaartepunt van hun architectuurproductie zich naar grootschaliger bouwprojecten als bedrijfs-, kantoor- en appartementsgebouwen, in een meer eigentijdse vormentaal met gebruik van nieuwe materialen en technieken. Actief tot 1965, bracht het architectenbureau ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand.

Architectuur

Het pakhuis met een gevelbreedte van vier traveeën omvat vier bouwlagen onder een plat dak. Opgetrokken op een onregelmatige plattegrond met een skeletstructuur uit gewapend beton, heeft het gevelfront een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband. Van blauwe hardsteen is spaarzaam gebruik gemaakt voor de plint met getraliede keldermonden en schamppalen, en van zichtbeton of kunststeen voor de puilijst, lateien en lekdrempels. Horizontaal geleed door de puilijst beantwoordt de opstand aan een tweeledig opzet, opgebouwd uit de vlakke pui en de bovenbouw in kolossale orde. Deze wordt geritmeerd door naar boven toe verjongende spaarvelden en tweezijdige lisenen. Zijn vroege art-decokarakter ontleent de architectuur aan het plastische reliëf en de expressieve behandeling van het metselwerk, zoals op de begane grond de borstweringen in rollagen, de fries van uitstekende koppen in dambordpatroon en de gelede rechtstanden van de inrijpoort, en in de bovenbouw de geschrankte koppen op het oplopende snijvlak van de tweezijdige lisenen. De betonnen latei van de pui draagt in reliëf het opschrift "VERRERIES J.B.GAASCH” in een eigentijdse typografie. Verder regelmatige registers van grote, rechthoekige vensters met individuele lekdrempels, getralied op de begane grond, met vlakke borstweringen in reliëf op de bovenverdiepingen en gelede lateien in de topgeleding. Een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Van de brede inrijpoort in de linker travee zijn de oorspronkelijk decoratieve, smeedijzeren poortvleugels verdwenen; vernieuwd vensterschrijnwerk.

Volgens de bouwplannen omvat de onregelmatige plattegrond op de verschillende bouwlagen open plateaus opslagruimte, met een vierbeukige structuur van vier traveeën diep, centraal ontsloten door een valluik en achteraan door een trappenhuis en goederenlift. Op de begane grond neemt de doorrij naar het binnenterrein over de volledige diepte de linker travee in, maar incorporeert de stapelruimte aan de rechterzijde grotendeels de benedenverdieping van de aanpalende woning.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1923#16657, 1924#18811, 1924#18385 en 86#30585; vreemdelingendossier 481#116742.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Verreries J.B. Gaasch [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307895 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.