Burgerhuis in neoclassicistische stijl dat in kern opklimt tot omstreeks 1860, gebouwd kort na de aanleg van de straat. Het bouwdossier is niet teruggevonden, bouwheer, ontwerper noch aannemer zijn gekend. In 1914 werd het pand tot zijn huidige vorm verbouwd en verhoogd met een tweede verdieping. Opdrachtgever was Georges Vonnêche (Gent, 1870-Antwerpen, 1959), echtgenoot van Louise Van der Schueren (°Londen, 1869). Hij bekleedde de functie van directeur bij de zinkmaatschappij Société des Mines et de Fonderies de Zinc de la Vieille Montagne, met fabrieken in Angleur en Balen. Uit het bouwdossier van deze ingreep vallen de ontwerper noch aannemer af te leiden. In 1919 breidden de aannemers Louis Marie Corneel Buisseret en Frans Verhoeven de begane grond uit met de veranda.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvatte de voorname rijwoning oorspronkelijk twee bouwlagen onder een zadeldak, en sinds 1914 drie bouwlagen onder een plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met dubbelhuisopstand en schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde hardstenen plint. Oorspronkelijk had de sobere, neoclassicistische opstand een geblokte pui, een vlakke bovenbouw met vensters vanaf de puilijst voorzien van gietijzeren borstweringen, en een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries. Van de verbouwing uit 1914 dateren het huidige geveldecor met een verrijkte plint en stucwerk in beaux-artsstijl, evenals de smeedijzeren inkomdeur, houten erker en bovenste verdieping.
Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige en in de topgeleding getoogde muuropeningen. Op de begane grond zijn de vensters en de inkomdeur in de derde travee gevat in geriemde omlijstingen met sluitstenen waarop een medaillon, en bewerkte casementen in de borstwering. De eerste verdieping wordt als bel-etage gemarkeerd door een balustrade, rechthoekige spaarvelden met diamantkopsleutel en bewerkte pilasters met chutes. Een rechthoekige houten erker op uitgelengde stafwerkconsoles, met een gebuikte ijzeren balkonborstwering als bekroning, legt de klemtoon op de inkomtravee. De tweede verdieping onderscheidt zich door geriemde vensteromlijstingen met sluitsteen, guirlandes in de borstwering en een fries ter hoogte van de imposten. Een klassiek hoofdgestel met een bewerkte fries en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Fraaie smeedijzeren inkomdeur en waaier verrijkt met roosjes; vernieuwd vensterschrijnwerk.
Volgens de verbouwingsplannen uit 1914-1919 beslaat een enfilade van salon, eetkamer en veranda met octogonaal bovenlicht en terras de linker flank van de begane grond. Rechts van de centrale gang bevinden zich achtereenvolgens de spreekkamer, de traphal, een kabinet en de keuken annes washuis en wc. Beide bovenverdiepingen tellen vier kamers gegroepeerd rond de traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Richardstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307903 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.