Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer J. Cools, naar een ontwerp door de architecten Léonard en Henri Blomme uit 1893.
De woning Cools behoort tot het gemeenschappelijke oeuvre van de gebroeders Blomme, die tussen 1876 en 1906 voor tal van bouwprojecten samenwerkten. Daarnaast voerden beiden ook in eigen naam belangrijke architectuuropdrachten uit, en bekleedde Léonard Blomme van 1869 tot 1899 het ambt van provinciaal architect voor het arrondissement Mechelen. Tot hun belangrijkste gezamenlijke realisaties behoren het Jongensweeshuis uit 1876-1881 in de Durletstraat, het Gemeentehuis van Borgerhout uit 1886-1889, en tijdens de jaren 1890 een reeks vastgoedprojecten voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in de wijk Zurenborg. In tegenstelling tot de neo-Vlaamserenaissance-stijl die al deze projecten consequent kenmerkt, werd voor een aantal burgerhuizen een destijds conventionele neoclassicistische stijl toegepast.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (zink). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond rust op een hoge geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De bovenvensters zijn gevat in geriemde omlijstingen met oren, in de middentravee verrijkt met een paneel en een gestrekte waterlijst; casementen in de borstwering van de zijtraveeën. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een architraaf, een fries met panelen en een houten kroonlijst op klossen; twee houten dakkapellen met driehoekig fronton. Het originele houten schrijnwerk van de vleugeldeur en vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper en metalen jaloeziekapjes.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1893#286.