Stroomopwaarts van Aarschot ligt een aftakking van de historische Demerloop. Uitzonderlijk bestaat voor dit gebied een vroege historische kaart, met name een Van Deventerkaart uit 1565. Die toont hoe de Demer ten oosten de stad in twee armen splitst: een zuidelijke arm die een onverhoedse bocht maakt en een noordelijke arm die in een korter traject op de stad afstevent. De zuidelijke arm is nu afgesneden van de gekanaliseerde Demer, maar in de 18de eeuw was dit de belangrijkste Demerloop (Van Ermen 1998). De Demer meanderde dus stevig, vooraleer hij Aarschot binnenstroomde. De ruimte tussen de twee rivierarmen bestond toen nog uit natte graslanden, ook ‘beemden tussen de Laak en de Demer’ genoemd. Op de rechteroever lag een pad langs waar het trekkersambacht schepen over de Demer voort trok (Popp-kaart). Dit stukje waterlandschap bleef er tot 1964 vrij ongerept bij liggen. Tussen 1965 en 1977 werd het aangesneden door een weg (R25), verscheen de eerste bebouwing in de tussenliggende ruimte en werd de Demer gekanaliseerd. Die kanalisering trok gelijk ook de meanders recht. Door die ingreep raakte de zuidelijke Demerarm, die historisch gezien de hoofdloop van de Demer is, van de rest van de rivier afgesneden. Aarschot breidde uit tot tegen de R25, waardoor nu alleen het oostelijke deel van het waterlandschap het best is bewaard. Het westelijke deel is ingenomen door het sportcentrum en parkings.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)